This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Thema 3 Bloedsomloop
Slide 1 - Slide
Pak je boek, laptop en schrift
Slide 2 - Slide
Planning
Herhaling (het hart/bloedvaten)
Leerdoel basisstof 4
uitleg basisstof 4
Zelfstandig werken
Slide 3 - Slide
Herhaling
1. Hoe heten de bloedvaten die bloed brengen naar de nieren toe? Hoe heten de bloedvaten van de nieren af?
2. De meeste slagaders vervoeren zuurstofrijk bloed. maar is een uitzondering! welk bloedvat is dit? en waarom?
3. De functie van het hart is bloed rondpompen. Wat is het gevolg van een gaatje in de harttussenwand?
Slide 4 - Slide
Herhaling (antwoorden)
1. Nierslagader en nierader
2. Longslagader; deze gaat juist zuurstof ophalen in de longen!
3. het is éénrichtings-verkeer in het hart. Een gaatje zou zuurstofarm en zuurstofrijk bloed met elkaar laten mengen/geen goede doorstroom.
Slide 5 - Slide
Uit hoeveel delen bestaat het hart en hoe heten ze?
Slide 6 - Open question
welke kleppen zitten tussen de boezems en de kamers?
Langs welke delen stroomt het bloed als het van de boezems naar de kamers gaat?
A
hartkleppen
B
halve maanvormige kleppen
Slide 7 - Quiz
Wanneer worden de hartkleppen dichtgedrukt?
Slide 8 - Open question
Welk deel van het hart is het meest gespierd?
A
Rechter boezem
B
Linker boezem
C
Rechter kamer
D
Linker kamer
Slide 9 - Quiz
Wat is de functie van de slagaderkleppen/halvemaanvormige kleppen?
Slide 10 - Open question
Basisstof 4 Uitscheiding
Huh? wat heeft uitscheiding met het thema "bloedsomloop" te maken?!
Slide 11 - Slide
Wat heeft uitscheiding te maken met de bloedsomloop??
Slide 12 - Open question
Leerdoel
Je moet de delen van de nieren en de urinewegen kunnen noemen met hun kenmerken en hun functies
Slide 13 - Slide
De nieren en urinewegen
Ligging nieren: buikholte vlak onder middenrif
Weinig bescherming
Nieren: afvalstoffen uit bloed halen
Urineleiders: afvoer urine naar urineblaas (tijdelijke opslag)
Urinebuis : afvoer urine (uit lichaam)
Slide 14 - Slide
Bij sommige mensen blijven de nieren niet goed op hun plaats. Bij het opstaan verplaatst een nier zich dan weleens in de buikholte. Dit noem je een ‘wandelende nier’ (zie afbeelding ). Door het ‘wandelen’ van de nier kan deel R dubbelknikken.
Wat is daarvan een onprettig gevolg?
Slide 15 - Open question
Lengtedoorsnede nier
2 nierbekken
3 ?
4 ?
5 urineleider
6 niermerg
8 nierschors
Slide 16 - Slide
Nieren : sleep de onderdelen naar de juiste plaats
Niermerg
nierschors
urineleider
nierslagader
nierader
nierbekken
Slide 17 - Drag question
Een man heeft een gezonde en een zieke nier. Een nier zonder niersteen en een nier met niersteen. In zijn zieke nier wordt deel P afgesloten door een niersteen. Hoe heet deel P?
Slide 18 - Open question
De nieren en urinewegen
Nierslagader: aanvoer O2 + afvalstoffen naar nieren