Chapitre 1 herhalen voca & avoir

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Présence

tout le monde est présent?

Programme

• Wat hebben we vorige les gedaan?
• herhalen alle vocabulaires & avoir 

Doel van vandaag (herhaling):

• kun je je familie beschrijven
• kun je het werkwoord avoir gebruiken 

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

A. zij  heeft

B. zij hebben

C.  men heeft

D.  jullie hebben

E. jij / je hebt

F. wij hebben

1.  nous  avons

2.  tu  as

3.  ils  ont

4.  on  a

5.  vous avez

6.  elle  a

Non, j'.... un frère

1. ai
2. a
3. as
4. ont

Tu .... une sœur?

1. ont
2. a
3. as
4. avons

Il .... 15 ans

1. as quinze
2. a quinze
3. a quatorze
4. as quatorze

La ville .... beaucoup de magasins

1. avons
2. a
3. est
4. ont

Jaques et Françoise .... trois pommes

1. ai
2. a
3. avons
4. ont

je suis

on joue

la piscine

tu parles

het zwembad

ik ben

we spelen

jij spreekt

een beetje

voor

klein

goed

petit(e)

un peu

pour

bien

Wat is dat?

Ik ben 12 jaar.

Waar woon jij?

Hoe oud is hij?

Heb je een broer?

Het gaat goed en met jou?

je suis

on joue

la piscine

tu parles

het zwembad

ik ben

we spelen

jij spreekt

een beetje

voor

klein

goed

petit(e)

un peu

pour

bien

Wat is je telefoonnummer?

Grammaire H (avoir)

• prenez vos livres à la page 51
• ex 33 

Devoirs

mardi 1/11

herhalen phrases-clés C, G 

en getallen t/m 20 blz 54