H1 woordenschat deel 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Goedemorgen

Leg je spullen klaar op het hoekje

 van je tafel.

Wat gaan we doen?

- 10 min lezen

- huiswerk bespreken

- grammatica

- evaluatie

- huiswerk

10 min lezen

Huiswerk  

Woordenschat opdracht 4 en 5

Grammatica

Zinsdelen en persoonsvorm

Aan het einde van deze les weet je hoe je een zin in zinsdelen moet verdelen.

Hieronder vind je een aantal woord(groep)en. Maak hiermee zo veel mogelijk verschillende zinnen. Gebruik steeds alle woord(groep)en.

een taart / bij Jim / mijn nichtjes en ik / gisteren / gebakken / voor oma / hebben

Zo vind je de zinsdelen:

1. Zoek de persoonsvorm

2. Zet een woord/woordgroep voor de persoonsvorm. 

3. De woorden die bij elkaar blijven, vormen een zinsdeel.

Let op!

Een zinsdeel kan ook uit 1 woord bestaan.

Maak zinsdelen en sleep ze naar de juiste plek. 

Zinsdeel 1

Zinsdeel 2

Zinsdeel 3

Zinsdeel 4

Vrijdag

gaat

de

kat

naar

de

dierenarts

Maak zinsdelen en sleep ze naar de juiste plek. 

Zinsdeel 1

Zinsdeel 2

Zinsdeel 3

Zinsdeel 4

Zinsdeel 5

Ik

maak

straks

mijn

opdrachten

wel

Maak zinsdelen en sleep ze naar de juiste plek. 

Zinsdeel 1

Zinsdeel 2

Zinsdeel 3

Zinsdeel 4

Zinsdeel 5

Niet

iedereen

kan

een

prijs

winnen

vandaag

Huiswerk

Grammatica zinsdelen

opdracht 2 en 3 in je schrift!