Leerprocessen Les 2

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

1.1. Wat wil je kopen?

Wat heb je nodig?

Leerwerkboek A

Rekenmachine

Laptop

Wat gaan we vandaag doen?

1. Herhaling: Afronding (quiz)
2. Leerdoelen
3. Uitleg en instructie 1.1. (deel 2)
4. Maakwerk voor vandaag 

                                                         

Afronden

1. Afronden op hele getal, 1 cijfer na de komma of 2 cijfers na de komma?
2. Kijk naar de buurman
3. Is de buurman groter dan 5? Rond naar boven af
4. Is de buurman kleiner dan 5? Rond naar beneden af

Afronden
€ 4,5799 wordt

1. € 4,57
2. € 4,59
3. € 4,56
4. € 4,58

Afronden
€ 4,53529 wordt

1. € 4,5352
2. € 4,54
3. € 4,53
4. € 4,535

Afronden
€ 3,53529 wordt

1. € 3,5352
2. € 3,54
3. € 3,53
4. € 3,535

Afronden
€ 79,998 wordt

1. € 79,99
2. € 80,00
3. € 81
4. € 79

Voorbeeld Afronden

Jan en Cees gaan een appartement delen. De huur per maand is 965,23 euro per maand. Hoeveel zullen ze elk betalen aan huur permaand? Rond tot 2 decimalen af.

1. € 457,87
2. € 482,615
3. € 482,62
4. € 483,00

Leerdoelen

Na afloop van deze les weet/kan ik ...

1. ...hoe je een geldbedrag goed noteert
2. ...wat zelfvoorziening is
   
3. ...wat consumeren is
4. ...het verschil tussen gebruik en verbruik

Geldbedrag noteren

• 2 decimalen (centen)
• Je schrijft een komma (,) MAAR op je rekenmachine toets je een punt (.) in!
• Bij duizendtallen schrijf je een punt, niet op je rekenmachine intoetsen!
  

1.260,75

2.599,95

M .   HD    TD    D  .  H    T    E  ,  cc

                             2  .  5    9    9  ,  95

Consumeren en zelfvoorziening

Je consumeert op het moment dat je iets koopt, niet als je het opeet/gebruikt

Zelf iets maken waarmee je in je behoeften kunt voorzien.

Verbruiksgoederen (kun je maar één keer verbruiken) Tip: je verbruikt het!

Gebruiksgoederen (kun je meerdere keren gebruiken)

Maakwerk

Maak blz. 10 t/m 13,

opgaven 7 t/m 16

Maak Herhalingsopdrachten blz. 40, opgaven 6 t/m 9

Maak de Samenvatting van 1.1. op blz. 34

Leer de Begrippen van 1.1. op blz. 35

• Wat is het verschil tussen zelfvoorziening en consumeren?
• Wat is het verschil tussen gebruik en verbruik?
• Voorbeelden?

Blijf zitten totdat de bel gaat!

Jullie mogen opruimen.