Je maakt kennis met het opzetten van een sportdag.
Je weet wat er in een draaiboek staat.
Je weet welke (doel)spelen geschikt zijn voor welke jaargroep.
Je weet hoe je bewegend leren kunt toepassen bij verschillende vakgebieden.
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Ridderen/ doseren
Angst voor de bal
Ga staan op schoenmaat --> 3 - tal maken
Ridderen met zwemnoedel
1. Sla 3x zo hard mogelijk op de grond (kracht 10, 5 en 0)
2. Testen verschillende krachten op je eigen arm en hoofd
Welk niveau bevalt jou
3. 1 vs 1, maak afspraken met welke kracht je speelt. Sla elkaar
met die kracht op de arm. Is dit wat er werd bedoelt?
4. Afspraak, welke lichaamsdelen doen mee aan het duel?
5. Duel, hand zonder noedel is een schild, de scheidsrechter
telt hoeveel punten ieder haalt. Blijf elkaar raken met de afgesproken snelheid
Slide 3 - Slide
afspreken, hoe lang het duurt
Te paard
Zwaard in de schede doen
Hobbelen door de zaal en een nieuw drietal maken
Slide 4 - Slide
wat is doorzetten, over je grens heen gaan, of als je boos bent even rust pakken, totdat je weer verder kan, tranen mag, boos zijn mag, gaat erom of je het een plek kan geven en daarna weer positief mee kunt doen. 3e stip zeggen we niks over, die is niet nodig, die is voor ons als docent, mocht het niet goed gaan, of over grenzen heen gegaan worden, dan sturen we je naar de 3e stip toe. Daar mag je pas af als wij het zeggen.
Spel van de week
Introduceren spel van de week
Waarom:
Diversiteit
Hot spots
Thematisch buitenspelen
Slide 5 - Slide
idee voor op de stageschool om te doen en te introduceren. Wat voor reguleringen gelden hier, overdraagbare regels.
Spel van de week
Hot spots
Voetbal
Knotshockey
Trefbal
Handbal
Basketbal
Flagfootbal
timer
1:00
Slide 6 - Slide
This item has no instructions
Bewegend leren
3 groepen bewegend leren activiteit
Rekenen
Taal
Spelling
Bedenk met je groep een bewegend leren activiteit voor het vakgebied.
Slide 7 - Slide
Letterhinkelen
Rekenmatten.nl
www.letterhinkelen.nl
Taal: Zelfstandignaamwoorden naar het juiste lidwoord rennen.
Spelling: Woorden van het woordpakket/ spellingsprobleem springen. Woord springen met de laatste letter een nieuw woord springen. Wie kan het langste woord springen.
Sportdag
Bespreek kort in een groepje van 4 wat je weet van een sportdag.
Wat zijn je eigen ervaringen?
Wat heb je nodig voor het organiseren van een sportdag?
Wat is het doel van een sportdag?
Slide 8 - Slide
This item has no instructions
waar - niet waar
Alle scholen doen mee aan een sportdag
De vakleerkracht maakt de groepsindeling
De sportdag wordt georganiseerd door de vakleerkracht
De sportdag kan de ouderbetrokkenheid verbeteren
De sportdag is voor alle kinderen van de basisschool
Het begeleiden van een sportdag kan gedaan worden door de kinderen van groep 8
Slide 9 - Slide
This item has no instructions
Doordraaischema
- Roulatiesysteem
- Uitdaagsysteem
- Competitiesysteem
- Poulesysteem
- Afvalsysteem
- Spelenkermis
- Waslijnprincipe
Slide 10 - Slide
Wat hoort waarbij en welke is niet aanwezig als afbeelding ?
Uitdaagsysteem:De meest bekende is het laddersysteem waar je de speler die boven of onder je op ladder staat kan uitdagen om een wedstrijd te spelen. Spelers worden nooit uitgeschakeld. Ze schuiven alleen op de ladder naar beneden of naar boven.
In een poulesysteem speel je in groepjes een halve competitie. Daarna nemen de winnaars van de subgroepjes het tegen elkaar op.
De spelenkermis is een activiteit die bestaat uit een groot aantal kortdurende en eenvoudige bewegingsactiviteiten. Denk aan hinkelen, hoepelen en ringwerpen. Oud Hollandse spelen lenen zich hier uitstekend voor.