4.4 Filmen met je ogen TL 1 april

• Mens & Natuur
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom vrijdag 1 april

Planning vandaag

• Vragen?
• Vorige les schaduwen
• Nieuwe stof: filmen met je ogen
• Vragen?

Vragen? Stel ze!

Proefwerk H4: 

4.1 t/m 4.4 TL

4.1 tm 4.5 Havo

7 april 2022 

Veel info op ItsLearning 

Pak je boeken, lesboek en activiteitenboek.

Doelen:

Aan het eind van de les

kan ik met behulp van een lichtbundel (lichtstralen) halfschaduw en kernschaduw van een voorwerp tekenen

En je kent de begrippen

Film zonsverduistering

4.4 Filmen met je ogen

Waardoor zie je scherp

• lens maakt het beeld scherp
  op je netvlies 
• beeld is veel kleiner en op z'n
  kop 
• links en rechts zijn verwisseld
• hersenen vertalen het beeld 
• je ziet nu ware grootte en
  rechtop

scherp zien

• scherp zien- door ooglens
  die boller en platter wordt
• lens kan van vorm
  veranderen, is elastisch 
• Bolle lens: dichtbij scherp 
• Platte lens: veraf scherp
  

Goed zien: accomoderen

accomoderen

beeld moet precies op netvlies komen om scherp te zien

voorwerp dichtbij: ooglens wordt boller = sterkere werking = beeld op netvlies

voorwerp verder weg = minder sterke werking = beeld op netvlies

Aan de slag TL

• Lees tekstboek TL:
  blz. 96 en 97
• Maak 4.4 opdracht 1 t/m 7
• Maak 4.5 opdracht 1 t/m 8

Aan de slag Havo

• Lees tekstboek Havo
   blz 109 t/m 113
• Maak opdracht 2 t/m 8 in je werkboek van paragraaf 4.4

Slecht zien: bijziend en verziend 

Bijziend

Verziend

Ezelsbruggetje

Ben je Bijziend kun je alles dichtBij goed zien 

en in de verte niet! 

Ben je Verziend kun je in de Verte goed zien 

maar dichtbij niet!

Aan de slag

• Lees blz. 97 in je tekstboek
• Maak opdracht 7 t/m 10 van paragraaf 4.4 in je werkboek.

Waardoor kun je scherp zien?

1. Doordat er een beeld op het netvlies ontstaat.
2. Doordat de vorm van het netvlies verandert.
3. Doordat het beeld op het netvlies wordt omgedraaid.
4. Doordat de bolvorm van de ooglens verandert.

WAT IS EEN BELANGRIJKE TAAK VAN DE LENS?

1. Kleuren zien
2. Stevigheid geven aan het ook
3. Voorwerpen vergroten

Wat gebeurt er bij accommoderen

1. Er vormt zich een beeld op het netvlies
2. Er stroomt lucht van de trommelholte naar de keelholte
3. De bolvorm van de ooglens verandert
4. Het beeld op het netvlies wordt omgedraaid.