week 11: H4 verwijswoorden

Welkom bij Nederlands!


Ben je thuis? Op tafel ligt:
  • Je laptop (Teams)
  • Je telefoon (LessonUp)
  • Opladers

Ben je op school? Op tafel ligt:
  • Je laptop (LessonUp)













Meld je alvast aan bij LessonUp. De code staat in de chat en hier linksonder.
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!


Ben je thuis? Op tafel ligt:
  • Je laptop (Teams)
  • Je telefoon (LessonUp)
  • Opladers

Ben je op school? Op tafel ligt:
  • Je laptop (LessonUp)













Meld je alvast aan bij LessonUp. De code staat in de chat en hier linksonder.

Slide 1 - Slide




Meneer Oosterkamp
Voorstellen

Slide 2 - Slide

  •  Meewerkend voorwerp
Vorige les

Slide 3 - Slide

meewerkend voorwerp
Klas 2D
chocola.
geeft
mevrouw Rosink

Slide 4 - Drag question

meewerkend voorwerp
Het meisje
elke dag
brengt
haar paard
hooi.

Slide 5 - Drag question

  • Het meewerkend voorwerp ontvangt altijd. 
  • De woorden 'aan' of 'voor' staan er al, 
  • of kun je erbij denken.

  • De docent geeft de leerlingen uitleg.
  • De docent geeft uitleg aan de leerlingen.

Meewerkend voorwerp

Slide 6 - Slide

  • De politie geeft boetes aan fietsers. 
  • aan wie + gez. + ow + lv?
  • Aan wie geeft de politie boetes?
  • aan fietsers
Liever een trucje?

Slide 7 - Slide






Woordenschat


Taalverzorging


Taalverzorging


























Na de lessen deze week...
  • begrijp je de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen in deze paragraaf.

  • kun je het meewerkend voorwerp van een zin vinden. 

  • kun je verwijswoorden op de juiste manier gebruiken. 
Doel

Slide 8 - Slide

Je kunt verwijswoorden op de juiste manier gebruiken. 





Doel

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video





  • Mijn vriendje is boos op jou.
  • Mijn boeken zijn thuis.
  • Mijn mening mag ik altijd zeggen.

  • Er staat altijd een bezit direct achter 'mijn'
  • Mijn + bezit zitten aan elkaar vast







  • De docent geeft mij/me de toets terug.
  • Ik verveel mij/me.
  • De hond beet mij/me.

  • Er staat geen bezit direct achter 'mij'

Me, mij en mijn?

Slide 11 - Slide

Ik heb ____ boek natuurlijk al gelezen.
A
me
B
mijn

Slide 12 - Quiz

Ik vraag het even aan ____ leraar.
A
me
B
mijn

Slide 13 - Quiz

Ik schaam ___ de ogen uit mijn kop.
A
me
B
mijn

Slide 14 - Quiz





  • Jouw toets ligt nog thuis.
  • Jouw boeken zijn thuis.
  • Jouw mening interesseert me niet. 

  • Er staat altijd een bezit direct achter 'jouw'
  • Jouw + bezit zitten aan elkaar vast






  • De docent geeft jou de toets terug. 
  • De boeken van jou zijn kapot. 
  • Ik zie jou in de spiegel.

  • Er staat geen bezit direct achter 'jou'
Je, jou en jouw?

Slide 15 - Slide

Dat konijn van _______ is het liefste dat ik ooit heb gezien.
A
jou
B
jouw

Slide 16 - Quiz

Wil je ______ kleren opruimen?
A
jou
B
jouw

Slide 17 - Quiz





  • Je toets ligt nog thuis.
  • Je boeken zijn thuis.
  • Je mening interesseert me niet. 

  • Er staat wel bezit direct achter 'je'




  • De docent geeft je de toets terug. 
  • De boeken van je zijn kapot. 
  • Ik zie je in de spiegel.

  • Er staat geen bezit direct achter 'je'


  • Je kan bij bezit en zonder bezit!
  • Me kan alleen zonder bezit.
Je?

Slide 18 - Slide


Je kan bij bezit en zonder bezit!
Ik zie je. Je tas ligt op de stoel.

Me kan alleen zonder bezit.
Jij ziet me. Me tas ligt op de stoel.
Je en me

Slide 19 - Slide

Welke is dan fout?
A
je leraar
B
me leraar
C
mijn leraar
D
m'n leraar

Slide 20 - Quiz

Gisteren is _____ fiets gestolen.
A
me
B
mijn

Slide 21 - Quiz

Ik was ____ elke dag.
A
me
B
mijn

Slide 22 - Quiz

____ zusje is superirritant.
A
Me
B
Mijn

Slide 23 - Quiz

Je kunt verwijswoorden op de juiste manier gebruiken. 






Doel

Slide 24 - Slide



Wat? 
  • H4, taalverzorging: verwijswoorden


Hoe?
  • Je blijft in LessonUp en Teams
  • Audio = uit.

Tijd?





Vragen?
  • In de chat of mail. In of na de les antwoord. 


Klaar? 
  • H4, taalverzorging: meewerkend voorwerp
  • Woordenlijst oefenen: Quizlet (klik of in SOM) of bestand (in SOM/Teams)
  • Maken boekverslag

Aan het werk
timer
1:00

Slide 25 - Slide






Na deze les...
  • begrijp je de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen in deze paragraaf.
  • kun je verwijswoorden op de juiste manier gebruiken. 

Doel

Slide 26 - Slide

Bedenk twee zinnen:

- Een zin waarin 'me' goed wordt gebruikt.
- Een zin waarin 'mijn' goed wordt gebruikt.

Slide 27 - Open question






Woordenschat


Taalverzorging


Taalverzorging


























Na de lessen deze week...
  • begrijp je de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen in deze paragraaf.

  • kun je het meewerkend voorwerp van een zin vinden. 

  • kun je verwijswoorden op de juiste manier gebruiken. 
Doel

Slide 28 - Slide

Volgende lessen
Maandag: weektaak af
  • H4, taalverzorging: meewerkend voorwerp
  • H4, taalverzorging: verwijswoorden
  • H4, woordenschat: woordenlijst herhaald

Donderdag 18 maart: boekverslag inleveren
Voor 12 uur 's nachts in Teams

Slide 29 - Slide