This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
In deze les krijg je extra uitleg over:
Blokschema's.
Zuren en basen.
Slide 1 - Slide
Industrie
Op grote industrie terreinen worden producten gemaakt. Dit noemen we ook wel een synthese. Grondstoffen komen dan uit de natuur (grond, zee, planten) binnen en worden verwerkt tot een product.
Slide 2 - Slide
Syntheseroute.
De hele weg die de stoffen afleggen noemen we een synthese route.
Slide 3 - Slide
Blokschema's
Deze syntheseroutes schrijven we uit met blokschema's.
Je ziet er 1 op de volgende slide.
Slide 4 - Slide
Blokschema
Slide 5 - Slide
Regels blokschema:
Je begint met je grondstoffen links en je leest naar rechts. Je eindproduct vindt je helemaal rechts.
Stoffen staan bij de pijltjes.
Wat er met de stoffen gebeurt staat in de blokken.
Afval stoffen gaan via de onder- of bovenkant het blok uit.
Slide 6 - Slide
Bekijk het schema goed!
Slide 7 - Slide
Wat is je eindproduct van dit blokschema?
A
Bauxiet
B
Rode modder
C
natronloog
D
Aluminiumoxide
Slide 8 - Quiz
Welke afvalstoffen ontstaan bij dit productieproces?
Slide 9 - Open question
Welk van deze afvalstoffen wordt gerecycled?
A
Rode modder
B
Water
C
Natronloog
Slide 10 - Quiz
Het natronloog wordt bij reactie 1 hergebruikt.
Slide 11 - Slide
Welke andere afvalstof kan gerecycled worden? Leg uit hoe.
Slide 12 - Open question
Bekijk het volgende blokschema.
Slide 13 - Slide
Blokschema
Slide 14 - Slide
Stel de reactievergelijking op die plaats vindt bij reactie 4. Het antwoord zie je op de volgende slide.
Slide 15 - Open question
2 ZnSO4 + 2 H2O --> 2 Zn + O2 + 2 H2SO4
Slide 16 - Slide
Welke afvalstof wordt in het blokschema gerecycled?
A
SO2
B
O2
C
H2SO4
Slide 17 - Quiz
Zuren en basen.
Stoffen hebben een zuurgraad. Sommige stoffen zijn zuur, andere zijn basisch.
Slide 18 - Slide
De pH schaal
Slide 19 - Slide
Hoe lager de pH hoe zuurder de stof.
Hoe hoger de pH hoe basischer de stof.
Slide 20 - Slide
Indicator en reagentia.
Met een indicator kan je een stof aantonen maar ook hoe zuur een stof is. De stof verkleurt dan.
Met reagentia kan je ook stoffen aantonen (zie hoofdstuk 5.1)
Slide 21 - Slide
Reagentia
Een reagentia gebruik je NIET om de zuurgraad te meten. Hiervoor gebruik je een indicator. Een reagentia gebruik je om de aanwezigheid van een stof aan te tonen.