De eerste communistische revolutie vond plaats in Rusland.
Dat was verrassend, omdat Rusland rond 1900 vooral een agrarisch land was en weinig industrie had.
Rusland had dus geen grote arbeidersklasse, maar er was veel armoede en de ongelijkheid was groot.
Rusland was geen democratie. De tsaren (keizers) regeerden met de steun van de adel en de kerk en dulden geen kritiek.
De geheime politie hield tegenstanders van de tsaar scherp in de gaten.