present perfect

present perfect
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

present perfect

Slide 1 - Slide

Today's class
  • Present perfect: explained.
  • Present perfect: exercises. 

Slide 2 - Slide

Present Perfect
Als iets in het verleden is begonnen en nog
steeds aan de gang is.
Er is geen duidelijk einde in zicht.


Dit is anders dan bij de past simple
Daarbij begint en eindigt iets in het verleden

En anders dan bij present continuous
Waarbij iets op dit moment bezig is en er een duidelijk einde in zicht is

Slide 3 - Slide

Present Perfect - spelling
Have/has + voltooid deelwoord 
Hierbij is er een verschil tussen regelmatige en onregelmatige werkwoorden.

Regelmatige werkwoorden
Onregelmatige werkwoorden
voltooid deelwoord is hetzelfde als de past simple vorm. 
(have/has + hele ww + -ed) 

Something has happened.
voltooid deelwoord heeft zijn eigen vorm. Deze moet je uit je hoofd leren.

They have known each other for years.

Slide 4 - Slide

Why we use the present perfect:
  1. Als je wilt zeggen dat iets vroeger is gebeurd maar je weet niet precies wanneer (of dit is niet belangrijk) gebruik je altijd de present perfect.
  • Have you visited Gran in the hospital yet?

Slide 5 - Slide

which one is the present perfect?
A
I have decided
B
I had decided
C
He had decided
D
I did decide

Slide 6 - Quiz

which one is the present perfect?
A
I have lived in The Hague for 10 years
B
I walk to school everyday

Slide 7 - Quiz

which one is the present perfect?
A
I went to Spain last year.
B
They have been married since 2016

Slide 8 - Quiz

Max ________ (to live) in the UK for 15 years.

Slide 9 - Open question

Uncle Liam ________ (not - to have) a visit from his relatives since 2015.

(gebruik de verkorte vorm van not)

Slide 10 - Open question

Max's brother and sister _____ never ______ (to do) anything like this.

(vul ook het woordje "never" in bij je antwoord: __ never __)

Slide 11 - Open question