Present perfect of Past simple 3-4

1 / 22
next
Slide 1: Slide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

wanneer past continious?
Als iets langere tijd duurt of aan de gang is en er iets plotseling gebeurd.



uitleg en oefening

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Link

Slide 5 - Slide

Vertaal: ik liep

Slide 6 - Open question

vertaal: jij verkocht niet

Slide 7 - Open question

vertaal: jij vloog

Slide 8 - Open question

Vertaal: Schreef jij een brief?

Slide 9 - Open question

vertaal: jij probeerde (try)

Slide 10 - Open question

vertaal: ik breide (knit)

Slide 11 - Open question

Wanneer past simple?
Past Simple:
gebruiken wanneer het duidelijk verleden tijd is.
Signaalwoorden: 
Last ...
Ago
Datum in het verleden
Yesterday


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

vertaal: ik heb geschreven

Slide 14 - Open question

vertaal: hij heeft geleerd

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

vertaal: zij heeft niet gekozen

Slide 17 - Open question

vertaal: Hebben wij betaald?

Slide 18 - Open question

Wanneer present perfect?
Present Perfect:
gebruiken wanneer er een verbinding met het heden is (ervaring, nu nog merkbaar). Signaalwoorden:
  • For + tijdsbepaling
  • Yet
  • Never
  • Ever

  • Just
  • Already
  • Since+ tijdsbepaling

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

Slide 22 - Link