Les 2:

Welkom
  • Zoek alvast een plekje volgens de plattegrond.
  • Telefoon in de tas.


1 / 13
next
Slide 1: Slide
RekenenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
  • Zoek alvast een plekje volgens de plattegrond.
  • Telefoon in de tas.


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we vandaag doen?

  • Lesdoel bespreken
  • Opdrachten maken 
  • in Score werken
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  1. Je  kan op een handige manier grote getallen vermenigvuldigen, aftrekken, optellen en delen.
     
  2. Je kan de waarde van de getallen inschatten. 

  3. Je kan de getallen in context berekenen. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Handig rekenen:

Op- en aftrekken:
wanneer je de sommen wil op- of aftrekken zet je de cijfers onder elkaar. Het grootste getal zet je boven en het kleinste getal zet je onderaan. 

Je begint bij het aftrekken van de som bij de eentjes
BV: 321 - 146 = ....
Bij de bovenstaande som begin je bij de 1 en de 6. 
Je kan de 6 niet van de 1 afhalen, dus leen je de 1 van de tientallen, in dit geval van de 20. 
Je doet in plaats van 1- 6 -> 11- 6 = 5

De tientallen worden dan een minder. en de 20 wordt dan een 10. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Reken handig uit:
31 - 19 =

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Reken handig uit:
141- 73

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Reken handig uit:
7.418 - 3.671 =

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Schattend rekenen
Schatten is het antwoord ongeveer uitrekenen. Je maakt
een som makkelijker door de getallen af te ronden.

Bij schatten gebruik je altijd in plaats van =.
 Dat is het teken voor 'ongeveer'.

Bijvoorbeeld:
2689 - 205 ≈ 2700 - 200

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Welke som maak je hiervan:
23,95 + 4,45

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Schat het antwoord:

6 x 39 ≈
A
280
B
200
C
240
D
300

Slide 10 - Quiz

Rond de getallen af: 6 x 40 is makkelijk uit te rekenen. Je hoeft dus niet altijd allebei de getallen af te ronden.
Schat het antwoord:

2521 - 498 ≈
A
1500
B
2000
C
750
D
1900

Slide 11 - Quiz

Rond de getallen af: 2500 - 500 is makkelijk uit te rekenen.
Zelfstandig werken
Maken: Begintest 1S.
Klaar? maken les 2 uit 1S.

Eerste 5 minuten in volledige stilte aan het werk. 
Daarna fluisterend overleggen. 
timer
5:00

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  1. Je  kan op een handige manier grote getallen vermenigvuldigen, aftrekken, optellen en delen.
     
  2. Je kan de waarde van de getallen inschatten. 

  3. Je kan de getallen in context berekenen. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions