2.1.1 Natuurlijke getallen optellen en aftrekken

Welkom
Dit leg ik op tafel:
Laptop --> Dicht
Etui --> 
Map
Gelukt = stil zijn
1 / 15
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
Dit leg ik op tafel:
Laptop --> Dicht
Etui --> 
Map
Gelukt = stil zijn

Slide 1 - Slide

Planning
Uitleg 10 of 20 min
Zelfstandig werken 15 min
Zachtjes werken 15min

Slide 2 - Slide

Vorige les

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
  1. Je herkent en benoemt eenheden, tientallen, honderdtallen, duizendtallen, miljoenen​ en miljarden.
  2. Je wijst in een getal aan hoeveel een cijfer waard is.
  3. Je telt op en trekt af met miljarden, miljoenen​, duizendtallen, honderdtallen, tientallen en eenheden​.
  4. Je geeft aan of een getal even of oneven is.
  5. Je benoemt dat optellen en aftrekken elkaars tegengestelden zijn.
  6. Je herkent en benoemt al deze getallen als natuurlijke getallen.
  7. Je gebruikt de begrippen som en verschil.












Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Even- en oneven getallen
Met even getallen worden getallen bedoeld die altijd deelbaar zijn door 2. Daarbij eindigen ze altijd op 0, 2, 4, 6 of 8. 

Een oneven getal is niet deelbaar door twee en eindigt dus op 1, 3, 5, 7 en 9

Slide 6 - Slide

                                                                           Schrijf alle even getallen van de bingokaart op.

Slide 7 - Slide

Natuurlijke getallen
Dit zijn alle getallen die hoger of gelijk zijn aan 0 zonder decimalen achter de komma, zoals: 0, 1, 2, 3, ... De getallen 193 en 12000

Slide 8 - Slide

Reken uit: 65 + 89 = 

Slide 9 - Slide

Reken uit: 512 + 489 =

Slide 10 - Slide

Reken uit: 78 – 19 =

Slide 11 - Slide

We gaan aan de slag!
Trede 2 -> 2.1.1

Slide 12 - Slide

Lesdoelen
  1. Je herkent en benoemt eenheden, tientallen, honderdtallen, duizendtallen, miljoenen​ en miljarden.
  2. Je wijst in een getal aan hoeveel een cijfer waard is.
  3. Je telt op en trekt af met miljarden, miljoenen​, duizendtallen, honderdtallen, tientallen en eenheden​.
  4. Je geeft aan of een getal even of oneven is.
  5. Je benoemt dat optellen en aftrekken elkaars tegengestelden zijn.
  6. Je herkent en benoemt al deze getallen als natuurlijke getallen.
  7. Je gebruikt de begrippen som en verschil.












Slide 13 - Slide

Huiswerk
Trede 2 

Slide 14 - Slide

Lesdoelen

Slide 15 - Slide