24. Ik kan uitleggen wat lichtbreking is
25. Ik weet het verschil tussen een holle en een bolle lens en kan dit uitleggen
26. Ik weet wat het verschil is tussen een convergerende werking en een divergerende werking
27. Ik weet wat het brandpunt van een lens is en wat de brandpuntafstand is
28. Ik weet hoe een bolle lens een beeld maakt
29. Ik kan het beeld tekenen dat bij een lens hoort.
30. Ik weet wat vergroting is
31. Ik kan uitrekenen wat de vergroting van een lens is.