Oefenen Europa in de jaren 1914 - 1939

Europa in de jaren 1914 - 1939
oefenen, oefenen, oefenen 

1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Europa in de jaren 1914 - 1939
oefenen, oefenen, oefenen 

Slide 1 - Slide

Wie werd er 28 juni 1914 vermoord?
A
Frans Ferdinand
B
Gavrilo Princip
C
Otto von Bismarck
D
Frans van Oostenrijk

Slide 2 - Quiz

Oorzaken
Aanleiding
Gevolg
modern imperialisme
Eerste Wereldoorlog
Nationalisme
Wapenwedloop
Moord op Franz Ferdinand
Bondgenootschappen

Slide 3 - Drag question

De Eerste Wereldoorlog had twee bondgenootschappen: de geallieerden en de centralen.
Welk land hoorde bij welke kant?
Centralen
Geallieerden

Slide 4 - Drag question

Waardoor gaat Amerika meedoen aan de Eerste Wereldoorlog?
A
Ze willen zich bemoeien met Europa
B
Onbeperkte duikboten oorlog
C
Rusland haakt af en daarom doet Amerika mee

Slide 5 - Quiz

Welk begrip: 'burgers waren ook betrokken bij de oorlog'
A
Imperialisme
B
Totale oorlog
C
Von Schlieffenplan
D
Neutraliteitsschending

Slide 6 - Quiz


A
propaganda
B
censuur
C
gelijkschakeling
D
persoonsverheerlijking

Slide 7 - Quiz

Gaat de zin over een oorzaak of een gevolg van de neutraliteit van Nederland in de Eerste Wereldoorlog?

Er kwamen veel Belgische vluchtelingen naar Nederland.
A
oorzaak
B
gevolg

Slide 8 - Quiz

Bepalingen Verdrag van Versailles?

Slide 9 - Mind map

Welke problemen had de Republiek van Weimar?

Slide 10 - Open question

Deze afbeeldingen gaan over:
A
Loopgravenoorlog
B
Tweefrontenoorlog
C
Demilitarisatie
D
Dolkstootlegende

Slide 11 - Quiz

Welke stelling over de Dolkstootlegende klopt niet?
A
Hij is bedacht door oud - militairen en nationalisten
B
Hitler geloofde ook in de Dolkstootlegende
C
De Dolkstootlegende was een onwaar verhaal
D
De Dolkstootlegende was een waar verhaal

Slide 12 - Quiz

Kenmerken fascisme

Slide 13 - Mind map

Kenmerken van het nationaal-socialisme?

Slide 14 - Mind map

Welk land kwam met het Dawesplan om Duitsland te helpen?
A
De VS
B
Frankrijk
C
Rusland
D
Turkije

Slide 15 - Quiz


1923


1924

1929
1919
1933
1919-1933
Hyperinflatie
Dawesplan
Beurskrach
Verdrag van Versailles
Rijksdagbrand
Weimar

Slide 16 - Drag question

De beurskrach vond plaats in
A
1929
B
1930
C
1931
D
1933

Slide 17 - Quiz

Wanneer was de Russische revolutie?
A
1914
B
1916
C
1917
D
1919

Slide 18 - Quiz

Sovjet-Unie
A
Communisme
B
Kapitalisme

Slide 19 - Quiz

Kenmerken Stalinisme

Slide 20 - Mind map

In 1929 brak over de hele wereld een grote economische crisis uit. Duitsland werd extra hard getroffen. Waarom werd Duitsland extra hard getroffen?
A
Te veel geld uitgegeven aan herbewapening
B
Duitsland ook leningen en herstelbetalingen moest betalen
C
Duitsland jarenlang te veel snelwegen had aangelegd
D
Duitsland weigerde een aanpassingspolitiek te voeren

Slide 21 - Quiz