What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Fase 2, periode 4, les 4, bijvoeglijke naamwoorden - verkleinwoorden - bezit-s - zij/hun/hen STARTER en GEVORDERD
Fase 2
bijvoeglijke naamwoorden
verkleinwoorden
herhaling
bezit-s
herhaling
zij/hun/hen
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Fase 2
bijvoeglijke naamwoorden
verkleinwoorden
herhaling
bezit-s
herhaling
zij/hun/hen
Slide 1 - Slide
In deze les
Uitleg en oefening bijvoeglijke naamwoorden
Uitleg en oefening verkleinwoorden
Uitleg en oefening bezit-s
Uitleg en oefening zij/hun/hen
Actieve werkvorm
Opdrachten StartTaal
Slide 2 - Slide
Bijvoeglijke naamwoorden
het
mooi
e
huis,
een
mooi huis
het
stoer
e
meisje,
een
stoer meisje
de
grot
e
stoel,
een
grot
e
stoel
de
knapp
e
jongen,
een
knapp
e
jongen
Werkwoorden zo kort mogelijk: de
geprinte
brief
Slide 3 - Slide
Zou je hier een ... blik op willen werpen?
A
kritisch
B
kritische
Slide 4 - Quiz
Ik vond die presentator maar een .... persoon.
A
raar
B
rare
Slide 5 - Quiz
Kijk uit, die tafel heeft een ... hoekje.
A
scherp
B
scherpe
Slide 6 - Quiz
Verkleinwoorden
-je
sloofje, lachje, cognacje, knopje, taartje
-tje
stoeltje, tafeltje, computertje, gebouwtje
-pje
armpje, boompje, raampje
Slide 7 - Slide
Verkleinwoorden
-ng = nkje
ontsteking - ontstekinkje
haring - harinkje
vertelling - vertellinkje
paling - palinkje
Let op:
ring = ringetje
Slide 8 - Slide
Verkleinwoorden
Bijzonder
sportcafé = sportcafeetje
cafetaria = cafetariaatje
taxi = taxietje
filmster = filmsterretje
lam = lammetje
Slide 9 - Slide
Verkleinwoorden
getallen = 'tje
F16 = F16'tje
mp3 = mp3'tje
y = 'tje
whisky = whisky'tje
guppy = guppy'tje
soms niet:
trolley = trolleytje | medley = medleytje
Slide 10 - Slide
goed
fout
leuningkje
kassabonnetje
biercafé'tje
medleytje
lievelingetje
Slide 11 - Drag question
goed
fout
sateetje
klassenfotootje
liftboy'tje
tvtje
kiwietje
Slide 12 - Drag question
Bezit-s
's na een a, o, i, u, y
Danny's auto, Otto's jas, Ferdi's fiets, Anna's laptop
's na een afkorting, initiaal of cijfer
ABN's rente, M's rol, Willem II's overwinning, R2D2's geluiden
Slide 13 - Slide
Bezit-s
geen extra s maar wel een '
Bas' fiets, Max' vriendin, Niels' motor, Jonas' hond
geen ' maar wel een s
Sannes huis, Jeroens vriend, Brams hulp
Milous kamer, Leonies gitaar
Slide 14 - Slide
De puppy van Henk
A
Henks puppy
B
Henk's puppy
C
Henks' puppy
Slide 15 - Quiz
Het broodje van Leonie
A
Leonie's broodje
B
Leonies broodje
C
Leonies' broodje
Slide 16 - Quiz
De auto van Bas
A
Bas's auto
B
Bas auto
C
Bas' auto
Slide 17 - Quiz
De toets van Danny
A
Danny's toets
B
Dannys toets
C
Dannys' toets
Slide 18 - Quiz
Zij-hun-hen
Slide 19 - Slide
Zij
onderwerp
Zij
mogen van hun ouders ieder weekend uitgaan.
Willen
zij
niet liever een hapje mee-eten?
In de winter hebben
zij
een paar maanden vrij.
Slide 20 - Slide
Hun
Bezittelijk voornaamwoord
Gisteren hebben de buren
hun
auto verkocht.
Meewerkend voorwerp zonder voorzetsel
Hij geeft
hun
straf.
Meewerkend = aan/voor wie/wat?
Slide 21 - Slide
Hen
Na een voorzetsel
Ik geef het boek aan
hen
.
Als lijdend voorwerp
Hij ontslaat
hen
.
Slide 22 - Slide
.... gebruiken die oude bureaus niet meer.
... ouders waren heel bezorgd.
Ik kan het .... niet kwalijk nemen.
We hebben ... niet gezien.
zij
hun
hen
hun
Slide 23 - Drag question
Gaan we met ... naar de bioscoop?
A
zij
B
hun
C
hen
Slide 24 - Quiz
Hun
gaan echt nooit meer weg uit Brabant.
Willen
zij
niet liever naar huis gaan?
Hun
versierpogingen zijn gruwelijk mislukt.
Sarah weet
hun
elke keer weer te verrassen.
fout
goed
goed
fout
Slide 25 - Drag question
Gerda snapt nu helemaal niets meer van ....
A
zij
B
hun
C
hen
Slide 26 - Quiz
Actieve werkvorm
10 minuten
2 personen tegen elkaar
Bouw een toren. Degene met de hoogste toren wint.
Beantwoord de vraag:
Goed? Leg een blokje.
Fout? Haal een blokje weg.
timer
10:00
Slide 27 - Slide
StartTaal
les 4
3F | Taalverzorging | Spelling | Bijvoeglijke naamwoorden
Oefening 4,
5
3F | Taalverzorging | Spelling | Verkleinwoorden
Oefening 4,
5
3F | Taalverzorging | Spelling | Bezit-s
Oefening 4,
5
3F | Taalverzorging | Stijlkwesties | Zij-hun-hen
Oefening 4,
5
Slide 28 - Slide
More lessons like this
Fase 2, periode 4, les 4, bijvoeglijke naamwoorden - verkleinwoorden - bezit-s - zij/hun/hen STARTER en GEVORDERD
May 2024
- Lesson with
26 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
zij-hun-hen, die-dat-dit-deze-wat, verkleinwoorden
March 2023
- Lesson with
45 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Taalverzorging - verkleinwoorden - mavo klas 2
October 2022
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
Fase 3, opbouw e-mail-brief
December 2022
- Lesson with
36 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
5. Verkleinwoorden
October 2024
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Verkleinwoorden
November 2021
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
T2: taalverzorging H5
June 2023
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
T2: H3 lezen - Tekstverbanden en signaalwoorden
November 2021
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2