Vaardigheden: 10 tijdvakken

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Vaardigheden: 10 tijdvakken

Geschiedenisvaardighedenboekje: 3 en 4

Tijd van Jagers en Boeren

Jagers en Boeren

• ... tot 3000 v.Chr.
• De levenswijze van jagers-verzamelaars
• Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
  
• Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen

Tijd van Grieken en Romeinen

Grieken en Romeinen

• 3000 v. Chr. tot 500 n. Chr.
• Wetenschappelijk denken
• Grieks-Romeinse cultuur
• Klassieke talen

Tijd van Monniken en Ridders

Monniken en Ridders

• 500 - 1000 n. Chr.
• Vroege Middeleeuwen
• Verspreiding van het Christendom
• Verspreiding van de Islam

Tijd van Steden en Staten

Steden en Staten

• 1000-1500 n. Chr.
• Hoge en late Middeleeuwen
• Opkomst handel en ambacht
• Opkomst burgerij
• Staatsvorming
• Zelfstandige steden
• Kruistochten

Tijd van Ontdekkers en Hervormers

Ontdekkers en Hervormers

• 1500-1600 n. Chr.
• Renaissance
• Begin van expansie: koloniën
• Conflict in de Nederlanden

Tijd van Regenten en Vorsten

Regenten en Vorsten

• 1700-1800 n. Chr.
• Gouden Eeuw
• Handel over de hele wereld
• Absolute macht koningen

Tijd van Pruiken en Revoluties

Pruiken en Revoluties

• 1700-1800 n. Chr.
• De Verlichting
• Veel revoluties
• Ontstaan grondwetten

Tijd van Burgers en Stoommachines

Burgers en Stoommachines

• 1800-1900 n. Chr.
• Industriële revolutie
• Opkomst politieke stromingen
• Sociale kwestie
• Opkomst feminisme

Tijd van Wereldoorlogen

Wereldoorlogen

• 1900-1950 n. Chr.
• Eerste Wereldoorlog
• Tweede Wereldoorlog
• Grote verwoestingen
• Duitse bezetting Nederland

Tijd van Televisie en Computers

Televisie en Computers

• Vanaf 1950 tot nu
• Koude Oorlog
• Eenwording Europa
• Welvaart
• Dekolonisatie

5 tijdperken

• Prehistorie: ... tot 3000 v. Chr.
• Oudheid: 3000 v.Chr. tot 500 n. Chr.
• Middeleeuwen: 500-1500 n. Chr.
• Vroegmoderne tijd: 1500-1800 n. Chr.
• Moderne tijd: 1800-nu

Samenlevingen

1. Pre-agrarisch: mensen zijn nomaden en leven van jagen, vissen en voedsel verzamelen.
2. Agrarische samenleving: mensen wonen in dorpen en leven van landbouw
3. Agrarisch-urbane samenleving: mensen leven op het platteland en in de stad.
4. Industriële samenleving: mensen wonen in de stad en leven van de industrie
5. Post-industriële samenleving: vandaag de dag

Het jaar 200 n.chr. hoort bij welke periode? 

1. De Middeleeuwen
2. De Oudheid
3. De Prehistorie
4. De Moderne Tijd

1 eeuw is hoeveel jaren?

1. 10 jaar
2. 50 jaar
3. 1000 jaar
4. 100 jaar

Bij welk tijdvak hoort deze afbeelding?

1. Tijd van monniken en ridders
2. Tijd van steden en staten
3. Tijd van burgers en stoommachines
4. Tijd van Grieken en Romeinen

In welke samenlevingsvorm horen de jagers en verzamelaars?

1. Agrarisch-urbane samenleving
2. Industriële samenleving
3. Pre-agrarische samenleving
4. Agrarische samenleving

Bij welk tijdvak hoort deze afbeelding?

1. Tijd van pruiken en revoluties
2. Tijd van steden en staten
3. Tijd van wereldoorlogen
4. Tijd van televisie en computers

De tijd van Steden en Staten is van:

1. 500-1000 n. Chr.
2. 1500-1600 n. Chr.
3. 1700- 1800 n. Chr.
4. 1000-1500 n. Chr.

Bij welk tijdvak hoort deze afbeelding?

1. Tijd van pruiken en revoluties
2. Tijd van ontdekkers en hervormers
3. Tijd van jagers en verzamelaars
4. Tijd van regenten en vorsten

In welk tijdvak hoort deze afbeelding thuis?

1. Monniken en Ridders
2. Steden en Staten
3. Ontdekkers en Hervormers
4. Pruiken en Revoluties

Bij welk tijdvak hoort deze afbeelding?

1. Tijd van Burgers en Stoommachines
2. Tijd van Wereldoorlogen
3. Tijd van Televisie en Computers
4. Tijd van Telefoons en kranten

In welke samenlevingsvorm wonen wij vandaag de dag?

In welk tijdperk hoort de mammoet thuis?

1. Middeleeuwen
2. Oudheid
3. Historie
4. Prehistorie

In welk tijdvak hoort de ontdekking van Amerika (door Columbus) thuis?

Tijdens welk tijdvak leefde keizer Julius Caesar?

1. Jagers en Boeren
2. Grieken en Romeinen
3. Monniken en Ridders
4. Regenten en Vorsten

In welk tijdvak waren de kruistochten?

1. Monniken en Ridders
2. Steden en Staten
3. Ontdekkers en Hervormers
4. Regenten en Vorsten

Wanneer begon de Moderne tijd?

1. 1800
2. 1850
3. 1900
4. 1950