Hoofdstuk 1

William Edwards Deming
1 / 55
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 55 slides, with text slides.

Items in this lesson

William Edwards Deming

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Slide 5 - Slide

Missie:
  • Innovatie stimuleren
  • Maatschappelijk verantwoord ondernemen
  • Respect voor elkaar
  • Vertrouwen en vrijheid
  • Stimuleren van diversiteit 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Visie:
  • Een visie is hetgeen wat het bedrijf wilt bereiken in de toekomst. Het geeft een helder beeld weer van de ideale situatie als de missie wordt behaald. Bij het formuleren van een visie gaat het dus om een droomscenario.  

Slide 8 - Slide

Missie:
  • Een missie is uiteindelijk de weg naar het behalen van de visie (toekomstdroom). 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Wie ?

Slide 12 - Slide

Wie?

Slide 13 - Slide

wie?

Slide 14 - Slide

Wie?

Slide 15 - Slide

Kenmereken

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Hoe maak je een missie?
1. Beantwoord de vraag: waarom bestaat de onderneming?
2. Schrijf op wie de ideale klanten zijn van jouw organisatie
3. Noteer wat voor beeld jij wilt creëren bij de stakeholders
4. Omschrijf waarom jouw product of dienst zo waardevol is.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Strategisch ( 5-10 jaar)
  • Openen nieuwe vestiging
  • Afstoten bedrijfsonderdelen
  • Fusies 

Slide 21 - Slide

Operationeel ( uitvoerend)
  • Wat doe ik nu om mijn omzet te verhogen
  • Wat doe ik nu om kosten te besparen
  • Pas ik mijn promotie aan op actuele gebeurtenissen. 

Slide 22 - Slide

  • Bij het opstellen van organisatie doelen, deze kunnen strategisch, tactisch of operationeel zijn spelen kernwaarden een belangrijke rol. Dit zijn normen en waarden waaruit ik wil als bedrijf wil functioneren. 

Slide 23 - Slide

Kwaliteitscyclus

Slide 24 - Slide

Het is een continu proces

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Verschil Organisatiestructuur en organogram

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Lijn-staforganisatie
  • Ter ondersteuning van de lijnmanagers hebben sommige organisaties stafafdelingen.
  • Dit zijn ondersteunende afdelingen  en hebben een adviserende functie.
  • Ze staan 'buiten de lijn'
  • Het is een soort specialisme die de manager niet beheerst ( ICT, automatisering)

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Kwaliteitscyclus

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Mangement
  • Hoe vertaal ik mijn organisatiedoelstellingen naar personeelsbeleid? 

Slide 35 - Slide

"Management by" technieken

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Management by Seduction

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Lijnorganisatie
  • Er wordt in lijn leiding gegeven van onder naar beneden. 
  • Een duidelijke hiërarchie.
  • De gezagsverhoudingen lopen van boven naar beneden.

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Matrixorganisatie
  • Een manager of leidinggevende heeft meerdere leidinggevende. 
  • De manager van de afdeling meubels legt verantwoording af aan de zijn leidinggevende van  de particuliere markt en de zakelijke markt. 

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Projectorganisatie
  • De algemeen manager van een grote bouwmarkt geeft leiding aan de verkoopmanagers van elektronische gereedschappen, bouwmaterialen en bloemen en planten .

Slide 46 - Slide

Horizontale indeling
  • Geografisch 

Slide 47 - Slide

Linking-pin-structuur
  • Managementteams overlappen elkaar, van laag naar hoog. Het is een overlegstructuur waarbij een  manager van een lagere overleggroep deelneemt aan een hogere overleggroep enzovoort enzovoort.

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide

Soorten Organogrammen
  • Een organogram werkt horizontaal of verticaal. 

Slide 50 - Slide

Horizontale indeling
  • Gelijke taken 

Slide 51 - Slide

Horizontale indeling
  • Naar verschillende functies. 

Slide 52 - Slide

Slide 53 - Slide

Slide 54 - Slide

Slide 55 - Slide