Bron J + Tarea

Het werkwoord "praten/spreken"
1 / 17
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Het werkwoord "praten/spreken"

Slide 1 - Slide

Hoe zeg je "Ik spreek Nederlands"
timer
1:00

Slide 2 - Open question

Hoe vraag je "Spreek jij Engels?"
timer
1:00

Slide 3 - Open question

Hoe zeg je "Ik spreek geen Spaans"
timer
1:00

Slide 4 - Open question

Wat moet je leren? 
* Vocabulario (página 55 y 56, libro de trabajo)
* Frases Claves (página 21 y 24, libro de texto)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

¿Qué significa...?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

~Iets bestellen~
Persoon A: Groet in het Spaans.
Persoon B: Groet terug. 
Persoon A: Vraag "Wat wilt u?".
Persoon B: Zeg "_____, alstublieft".
Persoon A: Vraag "hoeveel?".
Persoon B: Zeg "_____, alstublieft" (als je iets vraagt).
Persoon A: Vraag "nog iets".
Persoon B: Geef een antwoord en eindig met "bedankt".
Persoon A: Zeg "Alsjeblieft" (als je iets geeft).
Persoon B: Neem afscheid in het Spaans.
Persoon A: Geef een antwoord.
Gebruik de vocabulairelijst 2.3,
página 55
timer
5:00

Slide 10 - Slide

Haz el ejercicio 28 y 29
En la página 50 y 51 en tu libro de trabajo. 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Rangtelwoorden
1e = primero/a
2e = segundo/a
3e = tercero/a
4e = cuarto/a
5e = quinto/a

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

"Es la ... calle a la izquierda/derecha"
Perdone,
¿cómo llego a ...?
timer
2:00

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide