SPA A51 2022-02-17/18 DO/VRIJ

Los objetivos de esta semana
Después de esta semana...

1. ...sé qué es el subjuntivo
2. ...sé con qué adjetivos hay que usar 'estar' y cuando 'ser'

1 / 17
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Los objetivos de esta semana
Después de esta semana...

1. ...sé qué es el subjuntivo
2. ...sé con qué adjetivos hay que usar 'estar' y cuando 'ser'

Slide 1 - Slide

Ser/estar con adjetivos

Slide 2 - Slide

Ser/estar con adjetivos
Ahora, haced: LE p. 48 ej. 10. Después, corregimos.

Slide 3 - Slide

Subjuntivo Aanvoegende wijs
Een werkwoordsvorm voor het uitdrukken van een wens, hoopgevoel, verbod, adviestwijfel, angst, bezorgdheid en hypothetische/onzekere mogelijkheid

> Ojalá que venga Pablo. Hopelijk komt Pablo. (wens/hoop)
> Me gusta que estés aquí. Ik vind het fijn dat je er bent. (gevoel)
> No creo que haya clase. Ik denk dat er geen les is. (twijfel)
De Subjuntivo volgt vaak na het woordje que. Vandaar 'aanvoegende wijs'.

Slide 4 - Slide

Subjuntivo: verbos regulares
Om een regelmatig werkwoord te vervoegen in de Subjuntivo, wissel je de uitgangen. Werkwoorden op -ar krijgen de uitgangen van de werkwoorden -er. En die op -er en -ir krijgen de uitgangen van de werkwoorden op -ar. Let op, ik = hijvorm.

No quiero que comas esta manzana, dijo la bruja. Ik wil niet dat je deze appel opeet, zei de heks. (verbod)

Slide 5 - Slide

Subjuntivo: formas regulares
hablar
comer
vivir
yo
hable
coma
viva
hables
comas
vivas
él/ella/usted
hable
coma
viva
nosotros
hablemos
comamos
vivamos
vosotros
habléis
comáis
viváis
ellos/ellas/ustedes
hablen
coman
vivan

Slide 6 - Slide

Subjuntivo: yo-irregular
Bij  werkwoorden met een onregelmatige ik-vorm:

  1. Neem je de ik-vorm van de Presente Indicativo.
  2. Knip je de uitgang -o eraf.
  3. Voeg je de Subjuntivo-uitgangen toe. Zie vorige slide.

> ¡Qué tengas buen día! Fijne dag! (wens)



 

Indicativo = normale vorm,
tegenovergestelde van Subjuntivo

Slide 7 - Slide

Subjuntivo: cambio de raíz
Bij  werkwoorden 
met een 
klinkerwisseling in 
de stam heb je 
diezelfde 
klinkerwisseling 
óók in de Subjuntivo.

Slide 8 - Slide

hablar - tú - subjuntivo

Slide 9 - Open question

aprender - los alumnos - subjuntivo

Slide 10 - Open question

vivir - ella - subjuntivo

Slide 11 - Open question

(!) poder - él - subjuntivo

Slide 12 - Open question

(!) tener - vosotros - subjuntivo

Slide 13 - Open question

(!) hacer - ustedes - subjuntivo

Slide 14 - Open question

entender (ie!) - tú - subjuntivo

Slide 15 - Open question

pensar (ie!) - ellos - subjuntivo

Slide 16 - Open question

¡Manos a la obra! Aan het werk!
- leed: LT p. 181, 182, 183
- haced: LE p. 47/48 ejs. 6,7,8,9

Slide 17 - Slide