Epilepsie

1 / 40
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Epilepsie

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Wat zijn jullie ervaringen?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Wat zijn de kenmerken

Slide 7 - Mind map

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Uit welke kwabben bestaan de grote hersenen?

Slide 11 - Open question

Wat zijn de functies van de parietaalkwab?

Slide 12 - Open question

Wat is de functie van de voorhoofdskwab

Slide 13 - Open question

Wat is de functie van de achterhoofdskwab

Slide 14 - Open question

Wat is de functie van de slaapkwab

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

Welke vormen van epilepsie zijn er?

Slide 17 - Open question

VPorVormen van aanvallenaanvallen
1. Facale (Partiële aanval)
2. Generaliseerd
3. onbekend begin

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Aanvalsbeschrijvingen
Epileptische aanvallen kunnen er heel verschillend uitzien. De één is bewusteloos, valt en gaat schokken met armen en benen. De ander voelt vreemde tintelingen of hoort vreemde geluiden. Het bewustzijn kan verlaagd zijn. Of iemand staart een korte periode voor zich uit en reageert niet op aanspreken. 

Slide 21 - Slide

Focale aanval met intacte gewaarwording
Focale aanvallen met intacte gewaarwording werden vroeger eenvoudig partiële aanvallen genoemd. De aanval blijft beperkt tot een klein deel van de hersenen. Het bewustzijn blijft helder. Mensen beseffen dus goed dat ze een aanval hebben en kunnen vertellen wat ze tijdens een aanval beleven. De duur kan zeer verschillend zijn, van seconden tot minuten. Deze aanvallen zijn soms zo licht dat anderen de aanval niet opmerken.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Focale aanval met verminderde gewaarwording
Bij een focale aanval met verminderde gewaarwording, voorheen complex partiële aanval genoemd, is het bewustzijn geheel of gedeeltelijk verdwenen. De verschijnselen zijn heel verschillend. Soms heeft iemand alleen een (sterk) verlaagd bewustzijn, de persoon staart voor zich uit en reageert niet op aanspreken. Vaak zijn er automatismen; deze zijn subtiel (friemelen, smakken), of onrustig (uitkleden, weg willen lopen), of heftig (trappelen, dreigend of agressief gedrag).

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Tonisch clonische aanval
De tonisch-clonische aanval is de meest bekende aanval, maar niet de meest voorkomende. Deze aanval wordt ook wel toeval, insult of grote aanval genoemd. Vroeger sprak men ook wel over 'grand mal'. Tonisch-clonisch betekent verkrampt en schokkend. De naam geeft aan wat tijdens een aanval gebeurt.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Absences
Absences werden vroeger ook wel 'petit mal' genoemd. Deze aanvallen komen het meest voor op jonge leeftijd, vanaf 6 jaar, en komen bijna tweemaal vaker voor bij meisjes.

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Myoclonische aanval
Bij een myoclonische aanval trekken spieren in armen en/of benen zich vrij plotseling samen waardoor schokjes optreden. Soms gaat het om één schokje, soms om een hele serie. Een enkele keer doet het hele lichaam mee. De schokjes duren zo kort dat het bewustzijn niet of niet waarneembaar wordt verstoord. Als de spierschokjes hevig zijn, kan iemand vallen. Een myoclonische aanval duurt kort en mensen herstellen zich snel na een aanval.

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Slide

Medicatie

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

Middelen om aanvallen te voorkomen;

  • Barburaten
  • Fenytoine
  • Succinimide
  • Andere middelen
Middelen om aanvallen te stoppen;

  • Diazepam
  • Clonazepam
  • Midazolam

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Wat vond je het meest leerzaam?

Slide 40 - Mind map