kern les 30

1 / 21
next
Slide 1: Slide
Middelbare school

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

wat weet je nog van de persoonsvorm?

Slide 2 - Mind map

Weet je wat een zwak werkwoord is?

Slide 3 - Mind map

Weet je wat een zwak werkwoord is?
De klank blijft in de verleden tijd gelijk.
Kun je een voorbeeld geven?

Slide 4 - Mind map

Leerdoelen
  1. R. Ik weet hoe je de persoonsvorm van zwakke werkwoorden schrijft in de verleden tijd. 
  2. T1 Ik kan de persoonsvorm van een gegeven zwak werkwoord in de verleden tijd opschrijven
  3. T2 Ik kan in een zin de juiste persoonsvorm van een zwak werkwoord in de verleden tijd invullen.
  4. I Ik kan zelf zinnen maken in de verleden tijd met een gegeven zwak werkwoord.


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 5 - Slide

Leerdoelen
  1. R
  2. T1
  3. T2
  4. I


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 6 - Slide

Verleden tijd
Werkwoord: fietsen            
- en             fiets 
Eindigt het woord op: 't- K-f-s-ch-p               + te(n): fiets  te(n)          
Eindigt het woord op een andere letter:      + de(n)
Bouwen   Bouw   +de(n)     Bouwden

Slide 7 - Slide

Verleden tijd
Werkwoord: Koken  -en     Koo dus 't Kofschip, kookte

Werkwoord: kammen, -en, kam geen 't Kofschip, dus Kamde

Werkwoord Antwoorden, + den = antwoord +den antwoordden
Werkwoord verwachten, +ten = Verwacht +ten, verwachtten

Slide 8 - Slide

Hoe schrijf je de verleden tijd van:
wij werken.
A
werkten a.
B
b. werkten
C
werkde c.
D
d.werkden

Slide 9 - Quiz

Hoe schrijf je de verleden tijd van:
ik besteed.
A
Bestede a.
B
b. besteden
C
besteedte c.
D
d. besteedde

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Aan de slag
Maak bladzijde 123

Bladzijde 124-125 is huiswerk.

Slide 12 - Slide

Nabespreking
Hoe ging het??

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Begrippen uit deze les

Slide 18 - Slide

Begrippen uit deze les

Slide 19 - Slide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 20 - Open question


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 21 - Open question