What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Paragraaf 7.3 Wat levert het op
Investeren of....investeren?
Wat bedoel ik met bovenstaande vraag?
Welk onderscheid kun jij maken?
Je kunt enerzijds investeren in bijvoorbeeld aandelen, obligaties of crypto e.d. ofwel geld investeren in een ander zijn bedrijf
Of je kunt investeren in je eigen bedrijf
1 / 10
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
10 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Investeren of....investeren?
Wat bedoel ik met bovenstaande vraag?
Welk onderscheid kun jij maken?
Je kunt enerzijds investeren in bijvoorbeeld aandelen, obligaties of crypto e.d. ofwel geld investeren in een ander zijn bedrijf
Of je kunt investeren in je eigen bedrijf
Slide 1 - Slide
Investeren in je eigen bedrijf
We gaan een quizje doen.
Hierna schets ik vier factoren in een eens/oneens stelling.
Eens? dan ga je aan de kant van de docent staan.
Ben je het oneens dan ga je aan de kant van de deur staan.
Slide 2 - Slide
Factor 1
Als de vooruitzichten goed zijn op de markt, dan zal ik eerder durven te investeren in mijn bedrijf.
EENS? aan de docent zijn kant staan.
ONEENS? aan de kant van de deur gaan staan.
Slide 3 - Slide
Factor 2
Als de rente hoog is, dan is het voor mij aantrekkelijker om te investeren in mijn bedrijf.
EENS? aan de docent zijn kant staan.
ONEENS? aan de kant van de deur gaan staan.
Slide 4 - Slide
Factor 3
Mijn product is innovatief, dus durf ik daarin te investeren.
EENS? aan de docent zijn kant staan.
ONEENS? aan de kant van de deur gaan staan.
Slide 5 - Slide
Factor 4
Indien de werkloosheid in het land erg laag is, wordt het voor mij aantrekkelijk om te investeren in mijn bedrijf.
EENS? aan de docent zijn kant staan.
ONEENS? aan de kant van de deur gaan staan.
Slide 6 - Slide
Nominaal vs reeel
Wat weten we nog van het reële inkomen uit periode 1?
Basisjaar = altijd 100!
Nominale inkomen stijgt met 5%
De prijzen stijgen met 2%
Bereken met behulp van indexcijfers hoe de koopkracht veranderd.
Slide 7 - Slide
Investeren en rente
Stel ik moet geld lenen om de productiecapaciteit van mijn bedrijf te verhogen. Ik leen € 100.000 tegen 5% rente.
De inflatie is echter 3%, dat betekent dat ik mijn producten tegen 3% hogere prijs ga verkopen.
Wat is mijn reële rente?
Slide 8 - Slide
Reele rente als indexcijfer
Indexcijfer nominale rente = 105
/
Indexcijfer inflatie = 103
x
100
= 101,94
Conclusie?
Slide 9 - Slide
Lesdoelen?
Lesdoel 1
Aan het eind van de les kunnen de leerlingen uitleggen wat investeren in je eigen bedrijf inhoudt
Lesdoel 2
Aan het einde van de les kunnen de leerlingen de factoren benoemen die een rol spelen bij investeringsbeslissingen.
Lesdoel 3
Aan het einde van de les kunnen de leerlingen de reële rente berekenen en hieruit de conclusie trekken.
Slide 10 - Slide
More lessons like this
H7.3_Wat levert het op?
May 2024
- Lesson with
35 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
H7.3_Wat levert het op?
June 2024
- Lesson with
37 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Economie H7 par. 3 Wat levert het op? HSX
June 2024
- Lesson with
35 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H7.3 Wat levert het op
March 2021
- Lesson with
17 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
7.3 Wat levert het op
May 2024
- Lesson with
16 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
HAVO 3 par 7.3 Wat levert het op
June 2022
- Lesson with
20 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H7.3 les 2_Wat levert het op?
July 2022
- Lesson with
24 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
HAVO 3 par 7.3 Wat levert het op
May 2021
- Lesson with
25 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3