Formuleren les 2 2vd

Formuleren les 2 2vd
Fijn dat je er bent!

Pak je schrift, pen en Chromebook.
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Formuleren les 2 2vd
Fijn dat je er bent!

Pak je schrift, pen en Chromebook.

Slide 1 - Slide

Lesplanning
Opstart les                        -     3 min.
Nakijken huiswerk        -      5 min.
Theorie (interactief)     -     10 min.
Aan de slag                       -     8 min.
Actualiteitenquiz           -      8 min.
Afronding les                   -      3 min.

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van deze les én na het maken van de opdrachten:

- Ken je de kenmerken van het zelfstandig werkwoord (zww) en het hulpwerkwoord (hww) 
- Ken je het verschil tussen bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden

Slide 3 - Slide

Antwoorden
  1. zww: herhalen, hww: zou, moeten
  2. zww: uitstellen, hww: kunnen
  3. zww: gemaakt, hww: had
  4. zww: zijn, hww: zult
  5. zww: afmaken, hww: kan
  6. zww: vergeten, hww: mogen
  7. zww: oefenen, hww: wil
  8. zww: meenemen, hww: zou, kunnen
  9. zww: beloven, hww: heeft, willen
  10. zww: vrijgeven, zal, willen

Slide 4 - Slide

Hoeveel zinnen had je helemaal goed?

Slide 5 - Open question

In hoeverre begrijp je nu het verschil tussen een hww en een zww?
😒🙁😐🙂😃

Slide 6 - Poll

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord?
Met die SCHERPE klauwen jaagt een kat goed.
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord

Slide 12 - Quiz

Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord?
Deze kat vangt SNEL muizen.
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord

Slide 13 - Quiz

Aan de slag
Maak vanuit Classroom de opdracht bijwoord/bijv.nw. -> huiswerk.



timer
8:00

Slide 14 - Slide

Lesdoel behaald?
Aan het eind van deze les én na het maken van de opdrachten:

- Ken je de kenmerken van het zelfstandig werkwoord (zww) en het hulpwerkwoord (hww) 
- Ken je het verschil tussen bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden

Slide 15 - Slide

Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijwoord
C
Werkwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 16 - Quiz

Waar zegt het bijwoord iets over?
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
bijwoord

Slide 17 - Quiz

Literatuur
Ontwikkeling hoofdpersonage

Slide 18 - Slide

Donald Duck vs Harry Potter

Slide 19 - Slide

Hoofdpersonage
Karaktereigenschappen

Spreek 2 minuten met je buur over de hoofdpersonages in je boek. Ieder is 1 minuut aan het woord over zijn/haar boek.
timer
2:00

Slide 20 - Slide

Stillezen
Eigen boek

Slide 21 - Slide