Pak je schrift en schrijf deze zin over:
Ik ben tevreden
over die riante beloning en koop er een nieuwe telefoon van.
Schrijf er onder welk woord is een
Lidwoord (LW), zelfstandig naamwoord (ZNW), bijvoeglijk naamwoord (BN), voorzetsel (VZ)
Uitwisseling buurman/buurvrouw, daarna klassikaal