Hoofdletters en leestekens

Welkom B2C
Ga rustig op je plaats zitten en leg alvast je leesboek, lesboeken, schrift, etui op tafel.

1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom B2C
Ga rustig op je plaats zitten en leg alvast je leesboek, lesboeken, schrift, etui op tafel.

Slide 1 - Slide

Vandaag
Programma:
  • Lesdoel
  • Opdracht 1 pp. 122 van je oefenboek klassikaal 5'
Uitleg ... 15'
Aan de slag

Slide 2 - Slide

Hoofdletters llestekens
Doel: Je leert wanneer je een hoofdletter schrijft

Slide 3 - Slide

Hoofdletters
Waarom is het belangrijk om hoofdletters te schrijven?
  • Hoofdletters worden gebruikt om zinnen en teksten beter leesbaar te maken. 

Slide 4 - Slide

Begin van een zin
  • Je begint een zin met een hoofdletter-> De  les begint om halfnegen 's ochtends 
  • Als de zin met een apostrof begint, verschuift de hoofdletter naar het tweede woord->'s Ochtends sta ik vroeg op.

Slide 5 - Slide

Eigennamen
Je schrijft een hoofdletter bij namen van:
  • personen en dieren->Elisabeth, Flappie
  • organisaties->Verenigde Naties
  • merken-> Iphone
  • historische gebeurtenissen-> Holocaust
  • feestdagen->Bevrijdingsdag

Slide 6 - Slide

Nakijken huiswerk
 Opdracht 1 t/m 4 pp. 118-119 van je oefenboek
timer
15:00

Slide 7 - Slide

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: donderdag 13/6
  • Huiswerk: Extra oefenen in Numo 
  • Meenemen: LAPTOP, lesboeken, schrift, etui etc.
  • Programma: Numo, verder met uitleg hoofdletters, nakijken 4c t/m 4h, aan de slag met opdracht 5  e.v. op bladzijde 118-119 van je oefenboek

Slide 8 - Slide

Werken aan de opdracht
Wat? Maak opdracht 2 t/m 7 op bladzijde 120-121 van je oefenboek
Hoe? Zelfstandig en stil
Tijd? Tot het einde van de les (het is huiswerk voor 13/6 )
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs
Klaar? Oefenen in Numo (spelling/werkwoordspelling) 

Slide 9 - Slide

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: donderdag 13/6
Huiswerk: maken opdracht 2 t/m 7 op bladzijde 120 van je oefenboek. Oefenen in Numo (spelling/werkwoordspelling)
Meenemen: laptop, lesboeken, schrift, etui
Programma: nakijken opdracht 2 t/m 7 van je OB. Oefenen in Numo

Slide 10 - Slide

Welkom B1B
Ga rustig op je plaats zitten en leg alvast je laptop, lesboeken, schrift, etui op tafel.

Slide 11 - Slide

Numo
We gaan 15 minuten oefenen in Numo. In Numo staan taken met oefeningen waarmee je (extra) kunt oefenen. 

Slide 12 - Slide

Vandaag
Programma:
  • Numo (15 minuten)
  • Lesdoel
  • Uitleg hoofdletters (10 minuten)
  • Nakijken opdracht 4c t/m 4h ( van de vorige les 2 minuten)
  • Aan de slag

Slide 13 - Slide

Hoofdletters
Doel: Je leert wanneer je wel of geen hoofdletter schrijft

Slide 14 - Slide

Tussenvoegsels
  • bij namen met een kleine letter->Hans van der Laan. 
  • geen voornaam of voorletter eerste tussenvoegsel met een hoofdletter->meneer Van der Laan

Slide 15 - Slide

Aardrijkskundige namen + afleidingen daarvan, titels van boeken en kunstwerken
  • bij aardrijkskundige namen en afleidingen een hoofdletter West-Friesland, Rotterdammer
  • bij boeken, kunstwerken en films  het eerste woord met een hoofdletter-> De brief voor de koning

Slide 16 - Slide

Geen hoofdletter
  • Als de zin met een cijfer of symbool begint, schrijf je geen hoofdletter aan het begin van de zin->€15 betaalde hij voor het boek ->86 jaar geleden werd mijn opa geboren.

Slide 17 - Slide

Geen hoofdletter
Je schrijft geen hoofdletter voor namen van:
  • maanden, dagen, windstreken, historische tijdperken (bijv. oudheid), afgeleid van feestdagen (kerstvakantie), titels en aanspreekvormen (mevr. /professor), munteenheden (euro)
  • culturele, politieke, religieuze en artistieke stromingen (socialisme , protestantisme)
  • MAAR: gaat het om de bewoners van een bepaald gebied of om een instituut in een stroming dan wel een hoofletter (Protestantse Kerk)

Slide 18 - Slide

Nakijken 

Opdracht 4c t/m 4h pp. 118 van je oefenboek 
timer
2:00

Slide 19 - Slide

Werken aan de opdracht
Wat? Maak opdracht 5 en 6 op pp. 118-119 van je oefenboek
Hoe? Zelfstandig en stil
Tijd? Tot het einde van de les ( huiswerk voor 14/6)
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs
Klaar? Numo. 
De laatste 5 minuten mag je -ZONDER EEN ANDER TE STOREN- iets voor jezelf doen

Slide 20 - Slide

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: vrijdag 14/6
  • Huiswerk: Opdracht 5 en 6 pp. 118-119 van je oefenboek. Extra oefenen: opdrachten in Numo 
  • Meenemen: LAPTOP, lesboeken, schrift, etui. Deze les hoef je je leesboek niet mee te nemen deze les
  • Programma: nakijken HW opdracht 5 en 6  pp. 118-119 van je oefenboek. Aan de slag met opdracht 7 t/m 10 pp. 118-119 van je oefenboek 

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Welkom B1B
Ga rustig op je plaats zitten en leg alvast je laptop, lesboeken, schrift, etui op tafel.

Slide 23 - Slide

Vandaag
Programma:
  • Lesdoel
  • Aan de slag met opdracht 7 t/m 10 pp. 118-119 van je oefenboek( 15 minuten)
  • Nakijken opdracht 5 t/m 10 pp. 118-119 van je oefenboek (10 minuten)

Slide 24 - Slide

Hoofdletters
Doel: Je leert wanneer je wel of geen hoofdletter schrijft

Slide 25 - Slide

Werken aan de opdracht
Wat? Maak opdracht op pp. 7 t/m 10 op pp. 119 van je oefenboek
Hoe? Zelfstandig en stil
Tijd?  15 minuten
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs
Klaar? Numo
timer
15:00

Slide 26 - Slide

Nakijken opdrachten
Opdracht  5 t/m 10 pp. 118-119 van je oefenboek 
timer
10:00

Slide 27 - Slide

Werken aan de opdracht
Wat? Maak opdracht op pp. 7 t/m 10 op pp. 119 van je oefenboek
Hoe? Zelfstandig en stil
Tijd?  20 minuten
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs
Klaar? Numo
timer
15:00

Slide 28 - Slide

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: donderdag 20/6
  • Huiswerk: geen
  • Meenemen: LAPTOP, leesboek, lesboeken, schrift, etui etc.
  • Programma:  Klassikaal opdracht 1 pp. Uitleg leestekens  eventueel aan de slag met opdrachten.

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Je weet voor de spellingtoets:

...wat het verschil is tussen de ik-vorm en de stam van een werkwoord
...wat sterke en zwakke werkwoorden zijn
...hoe je de persoonsvorm in de tt en vt spelt
...hoe je het voltooid deelwoord spel
...hoe je het meervoud van zelfstandige naamwoorden schrijft
...hoe je het bijvoeglijk naamwoord schrijft
Je weet wanneer je een tussen -n schrijft in samenstellingen
Je weet wanneer je een hoofdletter schrijft
Je weet wanneer je welk leesteken schrijft

Slide 31 - Slide