Gezinssamenstelling & Relaties

Relaties




 Verschillende samenlevingsvormen
1 / 48
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Relaties




 Verschillende samenlevingsvormen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Waarover gaat het filmpje?

Slide 3 - Mind map

Welke is fout?

Love has no
A
race
B
age
C
disability
D
meaning

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Video

Hoeveel kinderen heeft men in Nederland gemiddeld,
volgens de video?
A
2 kinderen
B
2,4
C
1,7
D
3,2

Slide 6 - Quiz

Vader werkt 
Moeder zorgt voor het gezin
Kinderen en kleinkinderen zorgen voor opa en oma
Kinderen droegen bij aan het huishouden, kostgeld
Rond ongeveer 1960

Slide 7 - Slide

                                    Fun fact

In vele godsdiensten is het wenselijk om veel nakomelingen te maken. Ook van de kerk mocht je in België 
lang geen anticonceptie gebruiken. 

Slide 8 - Slide

groei van de

Groei van de welvaart
Hogere lonen
Ouderen krijgen  pensioen
Economische onafhankelijkheid
Jongeren mochten loon houden
Studiefinanciering

Slide 9 - Slide

Individualisering 
mensen willen gezien worden als zelfstandig individu en niet alleen als onderdeel van een gezin.
Ook vrouwen willen hun talenten buitenshuis benutten, ze zijn ambitieus om te gaan werken (emancipatie)

Slide 10 - Slide



Individualistisch                             Collectivistisch
Ik ben het allerbelangrijkst
Familie en tradities zijn het allerbelangrijkst

Slide 11 - Slide

Alleen of samen?

Slide 12 - Slide

Trouwen
Ceremonie met:
- rituelen
- ringen
- kerk/moskee/synagoge
Afspraken vastleggen:
*Samenlevingscontract
*Geregistreerd partnerschap

Slide 13 - Slide

Rechten en plichten
  • Elkaar te helpen en te steunen
  • Huishoudkosten te delen
  • Samen kinderen verzorgen en opvoeden 
  • Je hoeft niet tegen elkaar te getuigen (verschoningsrecht)
  • Erfenis, wettelijke erfgenaam
  • Toestemming bij rechtshandelingen (bijv. verkoop huis)
  • Pensioenopbouw

Slide 14 - Slide

Verliefd, verloofd, getrouwd
  • Je mag niet met iemand anders zijn getrouwd.
  • Je moet weten dát je trouwt: je mag bijv. niet dronken of stoned zijn.
  • Je moet 18 jaar of ouder zijn, met toestemming van je ouders mag je trouwen vanaf je 16e. 
  • Je mag niet trouwen met broer/zus, vader/moeder, opa/oma of eigen kinderen

Slide 15 - Slide

Samenlevingscontract
Een contract waarin je bij een notaris afspraken maakt over bijvoorbeeld de spullen en geldzaken als je gaat samenwonen.

Slide 16 - Slide

LAT-relatie
Living apart together: Je blijft allebei in je eigen huis wonen maar hebt wel een relatie.



Slide 17 - Slide

vormen

Slide 18 - Slide

Diverse samenlevingsvormen
Traditioneel gezin                                 Co-ouderschap
Samengesteld gezin                              Éénoudergezin
Pleeggezin                                          Adoptiegezin                       
Generatiegezin                                    Tienergezin
Woongroep                                         Begeleid wonen
Gezin met ouders van hetzelfde geslacht
LAT-gezin



Slide 19 - Slide

Hoe heet het gezin met een alleenstaande moeder of vader?
A
éénoudergezin
B
co-ouderschap
C
pleeggezin
D
adoptiegezin

Slide 20 - Quiz

Hoe noem je een gezin met zeer jonge ouders, die zelf nog thuis wonen?
A
generatiegezin
B
LAT-relatie
C
homohuwelijk
D
tienergezin

Slide 21 - Quiz

Wat is het verschil tussen
een pleeggezin en een adoptiegezin?

Slide 22 - Mind map

Slide 23 - Video

Kind huwelijken
Vorige fragment is in scène gezet maar wereldwijd trouwen elk jaar twaalf miljoen meisjes voor ze achttien zijn. 
Dat zijn 23 meisjes per minuut. 
Veel van hen zijn niet ouder dan twaalf en zelfs huwelijken van meisjes jonger dan acht jaar oud komen voor.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Homohuwelijk
  • Sinds 2001 is het homohuwelijk wettelijk mogelijk in Nederland.
  • Sinds 1 juni 2003 is België het tweede land ter wereld (na Nederland) waar twee personen van hetzelfde geslacht in het burgerlijk huwelijk kunnen treden
  • Het is nog geen vanzelfsprekendheid in een groot deel van de wereld.

Slide 26 - Slide


Sociale wezens

  • Sociale wezens hebben contact met anderen nodig. 
  • De mens is een sociaal wezen

Slide 27 - Slide


Persoonlijke relaties

  • Gebaseerd op gevoelens van vriendschap en/of liefde
  • Persoonlijke relaties heb je met vrienden, familie of partner

Slide 28 - Slide


Functionele relaties

  • Gebaseerd op verplichtingen en afspraken
  • Worden ook wel zakelijke relaties genoemd
  • Functionele relaties heb je met je baas, je leraar of je trainer

Slide 29 - Slide


Machtsverhoudingen

  • In functionele relaties zijn er machtsverschillen.
  • Meestal moet de één de ander gehoorzamen
  • Ook in persoonlijke relaties zijn er machtsverschillen: je moet bijvoorbeeld naar je ouders luisteren.
  • Ook kunnen er machtsverschillen ontstaan in een liefdesrelatie, bijvoorbeeld door een groot leeftijdsverschil.

Slide 30 - Slide


Relaties in Nederland
Een paar cijfers








    Slide 31 - Slide

    Slide 32 - Slide

    Slide 33 - Slide

    Slide 34 - Slide

    Slide 35 - Slide

    Slide 36 - Slide

    • persoonlijke relaties
    • functionele relaties
    • seksuele moraal

    • dubbele moraal

    Begrippen uit deze les
    • machtsverhoudingen
    • huwelijkscontract
    • gemeenschap van goederen
    • huwelijkse voorwaarden
    • alimentatie
    • ouderschapsplan
    • eenoudergezin
    • samengesteld gezin
    • LAT-relatie (Living Apart Together)

    Slide 37 - Slide


    Trouwen...

    • ...in gemeenschap van goederen: alles wat je hebt is gemeenschappelijk bezit
    • ...op huwelijkse voorwaarden: voor je huwelijk wordt door een notaris vastgelegd wat van wie is.




    Slide 38 - Slide


    Verliefd, verloofd, getrouwd

    • Het huwelijk wordt gesloten door een trouwambtenaar van de gemeente.
    • Bij het huwelijk moeten ook (minstens) twee getuigen aanwezig zijn.
    • In de wet zijn rechten en plichten vastgelegd, zoals de verplichting elkaar te helpen en te kinderen te verzorgen opvoeden.
    • Naast het huwelijkscontract kan er gekozen worden voor symbolische handelingen, zoals: ringen, voor de kerk trouwen enz.




    Slide 39 - Slide


    Liefde, vriendschap en seks

    • Bij een liefdesrelatie spelen ook intimiteit en seks een rol.
    • Op welke manier er over seks wordt gedacht, heet: seksuele moraal.
    • Opvoeding, geloof, tijd en plaats bepalen de seksuele moraal sterk.
    • Soms is er sprake van een dubbele moraal: voor jongens en meisjes gelden andere normen als het over seks gaat.
    • Niet elke cultuur respecteert de gelijkwaardigheid tussen man en vrouw.

    Slide 40 - Slide


    Scheiden





    • Veel verschillende redenen om te gaan scheiden.
    • Huwelijkcontract moet ontbonden worden: hierover moeten afspraken worden gemaakt.
    • Belangrijkste afspraken moeten worden gemaakt over de kinderen (Ouderschapsplan)
    • Daarna pas de verdeling van de bezittingen en alimentatie



    Slide 41 - Slide


    Alimentatie





    • Kinderalimentatie: betaalt de niet-verzorgende ouder aan de verzorgende ouder tot de kinderen 18 jaar zijn. Daarna (tot 21 jaar) worden afspraken gemaakt, en kunnen kinderen deze alimenatie ontvangen.
    • Partneralimentatie: de ex-partner met het hoogste inkomen betaalt deze aan de ander.
    • Van beide soorten alimentatie geldt: hoogte gaat in overleg.



    Slide 42 - Slide


    Samenwonen of single?

    • Tegenwoordig leven mensen op verschillende manier samen of alleen.
    • Bijvoorbeeld omdat je bent geadopteerd of in een pleeggezin woont.
    • Of...maar door één van je ouders opgevoed (eenoudergezin)
    • Of...een samengesteld gezin.
    • Of...een LAT-relatie (Living Apart Together)








    Slide 43 - Slide

    Filmpjes om thuis te kijken.

    Slide 44 - Slide

    Slide 45 - Video

    Slide 46 - Video

    Slide 47 - Video

    Slide 48 - Video