In Hoofdstuk 1 heb je geleerd hoe je de uitgangen van een zwak werkwoord bepaald, namelijk met behulp van de e-st-t-en-t-en regel.
ich -e
du - st
er/sie/es - t
wir -en
ihr -t
sie/Sie -en
ww- waarvan de stam eindigt op -d of -t
Voor werkwoorden die in de stam eindigen op -d of -t geldt volgende aanpassing op de est-tenten-regel:
du - est (redest)
er/sie/es - et (redet)
ihr - et (redet)
voltooid deelwoord: geredet
alle andere vormen gaan volgens de est-tenten-regel
ww-waarvan de stam eindigt op een sisklank (-s, -ß, -sch, -x of -z)
Als de stam van het werkwoord eindigt op -s, -ss, -ß, of z moet er volgende aanpassing aan de est-tenten-regel gebeuren:
De du-vorm eindigt niet op -st, maar op -t.
b.v. du heißt en niet du heißst
bv. du tanzt en niet du tanzst
Zwakke werkwoorden
1 / 14
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
This lesson contains 14 slides, with text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Zwakke werkwoorden
In Hoofdstuk 1 heb je geleerd hoe je de uitgangen van een zwak werkwoord bepaald, namelijk met behulp van de e-st-t-en-t-en regel.
ich -e
du - st
er/sie/es - t
wir -en
ihr -t
sie/Sie -en
ww- waarvan de stam eindigt op -d of -t
Voor werkwoorden die in de stam eindigen op -d of -t geldt volgende aanpassing op de est-tenten-regel:
du - est (redest)
er/sie/es - et (redet)
ihr - et (redet)
voltooid deelwoord: geredet
alle andere vormen gaan volgens de est-tenten-regel
ww-waarvan de stam eindigt op een sisklank (-s, -ß, -sch, -x of -z)
Als de stam van het werkwoord eindigt op -s, -ss, -ß, of z moet er volgende aanpassing aan de est-tenten-regel gebeuren:
De du-vorm eindigt niet op -st, maar op -t.
b.v. du heißt en niet du heißst
bv. du tanzt en niet du tanzst
Zwakke werkwoorden
Slide 1 - Slide
das Perfekt
Om de v.t.t. in het Duits te maken heb je de juiste vorm van haben/sein + het voltooid deelwoord van het werkwoord nodig.
--> Weet je nog hoe je de onregelmatige werkwoorden haben en sein moet vervoegen?
Slide 2 - Slide
'haben' en 'sein'
gehabt
gewesen
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
das Perfekt
Onregelmatige werkwoorden Werkwoorden die niet volgens een vaste regel vervoegd worden.
sein: gewesen
haben: gehabt
werden: geworden
Slide 5 - Slide
das Perfekt
Zwakke werkwoorden
Bij zwakke werkwoorden blijft de klinker in de verschillende stamtijden gelijk. Het voltooid deelwoord eindigt op -(e)t.
Basisregel ge + stam + t wohnen: gewohnt spielen: gespielt
Slide 6 - Slide
das Perfekt
Werkwoorden met de stam op een -d of -t ge + stam + et baden: gebadet warten: gewartet
Werkwoorden met de stam op een medeklinker + -m of -n ge + stam + et atmen: geatmet zeichnen: gezeichnet
Slide 7 - Slide
das Perfekt
Werkwoorden, die eindigen op -ieren stam + t fotografieren: fotografiert studieren: studiert
Slide 8 - Slide
das Perfekt
Werkwoorden met voorvoegsel die niet scheidbaar zijn
stam + t
verassen= überraschen: überrascht
vertellen= erzählen erzählt
bestellen = bestellen: bestellt
vertellen = erzählen:erzählt
Slide 9 - Slide
das Perfekt
Sterke werkwoorden
Bij sterke werkwoorden verandert de klinker in de verleden tijd en ook vaak in het voltooid deelwoord. Het voltooid deelwoord van deze werkwoorden eindigt op -en.
Basisregel
ge + stam + en sehen: gesehen laufen: gelaufen
Veel werkwoorden wijken af van deze regel! Handbuch 43!
Slide 10 - Slide
Sterke
ww
uit je hoofd
leren
unternehmen
unternommen
bitten
gebeten
sprechen -
gesprochen
sehen
gesehen
schlafen -
geschlafen
trinken -
getrunken
kommen -
gekommen
schreiben-geschrieben
stehen-
gestanden
sprechen-
gesprochen
Slide 11 - Slide
Onvoltooid verleden tijd uit je hoofd leren
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
haben
hatte
hattest
hatte
hatten
hattet
hatten
sein
war
warst
war
waren
wart
waren
werden
wurde
wurdest
wurde
wurden
wurdet
wurden
Slide 12 - Slide
ich
du
er, sie, es
wir
ihr
sie, Sie
e
st
t
en
t
en
werden -> uitzondering
werd
werd
werd
werd
werd
werd
wirst
wird
du en er zijn onregelmatig. De rest van het werkwoord is regelmatig!