1C 02/11/2022 Lezen H2 les 1

Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!

Doe je telefoon in de telefoontas
Leg je overige boeken ook op tafel
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!

Doe je telefoon in de telefoontas
Leg je overige boeken ook op tafel

Slide 1 - Slide

Nederlands
Lezen H2

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
- Wat weet je al?
- Uitleg theorie
- Begrijp je het?
- Werken aan de opdracht
- Korte terugblik 
Aan het einde van deze les weet je wat feiten en meningen zijn en kan deze herkennen.
Aan het einde van de les kan je de moeilijkewoordenwijzer toepassen.

Slide 3 - Slide

Wat weet je al?

Slide 4 - Slide

Opdracht 1
Wat? Maak opdracht 1
Hoe? Samen met degene naast je 
Tijd? 4 minuten
Klaar? Lees alvast de theorie op blz 80-81
timer
4:00

Slide 5 - Slide

Uitleg theorie 

Slide 6 - Slide

Feiten en meningen
  • Feit -> iets wat werkelijk zo is of wat werkelijk is gebeurd. 

  • Mening -> iets wat iemand vindt. 
  • Andere woorden voor mening: standpunt, oordeel, opinie en opvatting

Slide 7 - Slide

Moeilijkewoordenwijzer 
  • Moeilijkewoordenwijzer -> gebruik je als je in een tekst een woord tegenkomt die je nog niet kent. 

  1. Is het woord belangrijk? 
  2. Ja? Probeer de betekenis te achterhalen uit de context. 
  3. Weet je het nog steeds niet? Zoek op in een woordenboek (zoekend lezen) of vraag iemand in je omgeving. 

Slide 8 - Slide

Begrijp je het?

Slide 9 - Slide

Opdracht 3

Slide 10 - Slide

Werken aan de opdracht
Wat? Opdracht 4, 5 en 6 op bladzijde 82-83
Hoe? Zelfstandig en stil 
Tijd? 10 minuten, het is huiswerk voor 9 november 2022.
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs
Klaar? Lees verder uit je leesboek of maak ander huiswerk. 

Slide 11 - Slide

Terugblik feit en mening

Slide 12 - Slide

Is het een feit of mening?
Schrijf op of de volgende zinnen een feit of mening zijn (twee min, zelfstandig):
  1. Ik vind het belangrijk mijn huiswerk goed te maken.
  2. Als op school de bel gaat, is de les begonnen of afgelopen. 
  3. Amsterdam is de hoofdstad van Nederland.
  4. Spinazie is een heerlijke groente.

Slide 13 - Slide

Huiswerk
Voor volgende week woensdag 09/11/22 moet opdracht 4, 5 en 6 van blz 82-83 af zijn.

Schrijf dit op in je plenda. 

Slide 14 - Slide