Om een bijvoeglijk naamwoord te goed te schrijven zijn er 5 regels:
1. Meestal eindigt het bijvoeglijk naamwoord op - e :de blauwe vogel, het kleurrijke meisje, de bekende zanger.
2. Als het bijvoeglijk naamwoord bij een het-woord hoort, verdwijnt de - e als je er 'een' voor zet: het bezorgde pakketje - een bezorgd pakketje, het heerlijke ijsje - een heerlijk ijsje, het grote kasteel - een groot kasteel.
3. Schrijf voltooid deelwoorden als bijvoeglijknaamwoord altijd zo kort mogelijk: de vergrote foto, de verplichte toets.