Als een woord uit een vreemde taal over wordt genomen in de eigen taal noem je zo'n woord een
leenwoord.
Het Nederlands heeft woorden overgenomen uit andere talen:
Frans: ambulance, bagage, chauffeur, horloge
Latijn: datum, agenda, museum, aquarium
Engels: baby, mountainbike, flat, team
Duits: schnitzel, sowieso, föhn, ober
Arabisch: alcohol, caravan, matras, koffie
De etymologie onderzoekt de herkomst van woorden.