This lesson contains 34 slides, with text slides and 6 videos.
De weerstand is de moeite waarmee elektronen door een apparaat gaan.
Ieder apparaat (en ook stroomdraad) heeft een weerstand.
De weerstand geven we de letter R en het symbool ohm
Geleidende materialen hebben een kleine (soortelijke) weerstand.
Isolatoren hebben een grote (soortelijke) weerstand.
Dit is het uiteindelijke doel.
De actuator doet is wat nuttig is voor de eigenaar van de schakeling.
Denk aan het aanzetten van een lamp, een alarm, een verwarming, een koelkast, een motor.
Is de actie die het moet uitvoeren: De Actuator
Dit is het uiteindelijke doel,
Denk aan afgaan alarm, licht aan, verwarming aan, etc
De actuator doet is wat nuttig is voor de eigenaar van de schakeling.
Je hebt dus de SENSOR (geeft informatie), de verwerker (schakelt iets in) en de actuator (voert uit)
Je hebt dus de SENSOR (geeft informatie),
de VERWERKER (schakelt iets in) én
de ACTUATOR (voert uit)