Klas 2 Schrijfopdrachten

COLUMN
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

COLUMN

Slide 1 - Slide

STARTOPDRACHT
Schrijf een korte column vanuit een ander perspectief.
Neem een voorwerp uit je dagelijkse leven en schrijf een korte column vanuit dat voorwerp.
Begin met een leuke en pakkende openingszin. Zorg ervoor dat de lezer jouw column wil lezen. Sluit af met een leuke uitsmijter!

Voorbeeld
  • Je mobiele telefoon die nu zielig en alleen in je kluisje ligt. 
  • Het zware leven van je schooltas die gebukt gaat onder jouw vele schoolboeken.




timer
10:00

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

COLUMN - GROEPSWERK:

- Maak groepjes van 4



timer
10:00

Slide 4 - Slide

timer
10:00
-

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

  • DOEL
  • PUBLIEK
  • OPBOUW
  • VORM
timer
5:00

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Dit is een column.  Wat valt jou op aan hoe de tekst is vormgegeven? 

Slide 9 - Mind map

Hoe ziet een column eruit?
Bij een column staat vaak een foto van de schrijver. Dit komt omdat columns vaak geschreven worden door bekende figuren. Met een foto erbij weet je gelijk wie zijn mening geeft. 

Een column is meestal niet erg lang. Schrijvers schrijven vaak over actuele zaken.
Columns zijn vaak bedoeld als amuserende, overtuigende teksten. In veel columns zijn de doelen vermengd.

Slide 10 - Slide

Column
Daarnaast:
  • Een column komt vaak voor in een tijdschrift, krant of op een website
  • De column wordt vaak vanuit persoonlijke ervaring geschreven. De inhoud is daarom vaak moeilijk te typeren. 
  • Een columnist is in sommige gevallen een vaste wekelijkse/maandelijkse schrijver voor een blad.

Slide 11 - Slide

HOT TAKE
Een hot take is een snelle, pittige mening over een nieuwtje. Het doel is om mensen aan het denken te zetten of een discussie te beginnen. Het heet een hot take omdat je je mening geeft terwijl het nieuws nog heel vers (vers van de pers en heet van de naald) is, en omdat je iets zegt dat misschien een heftige reactie oproept.

In deze oefening leer je hoe je een goede hot take schrijft. Je leert je mening kort en duidelijk op te schrijven. Je denkt ook na over hoe jouw mening een discussie bij anderen kan starten. Wat wil je dat mensen gaan bespreken door jouw hot take?

Kies één van deze nieuwsberichten of kies zelf een onderwerp uit:


timer
5:00

Slide 12 - Slide

VORIGE LES:
Creatieve invalshoeken:





Mening, actualiteit, prikkelend etc:
DEZE LES: 

Stijlmiddelen 
Ironie 
Overdrijving
Sarcasme

DUO-opdracht:
Lees de columns die gemaakt zijn door leerlingen. 
• Wat valt op aan de toon en stijl?
• Hoe worden humor of emoties gebruikt?
• Hoe begint en eindigt de column krachtig?
Bespreek dit met elkaar
timer
5:00

Slide 13 - Slide

Stijlmiddelen 
Ironie en sarcasme:
Zeg het tegenovergestelde van wat je bedoelt op een grappige of prikkelende manier.


Overdrijving:
Maak iets veel groter of kleiner dan het is om een punt te maken.

Slide 14 - Slide

Battlen met columns
- DUO OPDRACHT -
Bekijk en lees de drie columns
Schrijf samen een korte column  waarin je een standpunt verdedigt waar je het eigenlijk niet mee eens bent.

Stellingen:
  • Waarom huiswerk geweldig is
  • Waarom regen beter is dan zon.
  • Waarom smartphones overbodig zijn.
  • Waarom vakantie eigenlijk verschrikkelijk is.
  • Waarom pizza de slechtste uitvinding ooit is.
Je mag ook zelf een stelling bedenken

Schrijf samen een korte column (halve A-4) en gebruik diverse stijlmiddelen. 


timer
5:00

Slide 15 - Slide

Battlen met columns
- DUO OPDRACHT -
Stem op de beste column!

Elk duo leest de column voor

Kies je favoriete column door:
  • Handopsteken
  • Leg kort uit waarom je op een specifieke column hebt gestemd

Slide 16 - Slide

HUISWERKOPDRACHT
Onderwerp kiezen en mening formuleren (individueel)
  • Zoek op internet naar drie onderwerpen die in het nieuws zijn geweest. Kies een onderwerp dat je aanspreekt
  • Zoek twee teksten waarin een mening is geformuleerd. Liefst één artikel met een positieve en één met een negatieve mening
  • Formuleer je eigen mening over het onderwerp. Bedenk drie punten die je wil gebruiken in je column. 
  • Schrijf de eerste versie van je column






Belangrijkste kenmerken van een column:

  • Persoonlijk, vaak met een mening of observatie.
  • Kort en krachtig, met een duidelijke kernboodschap.
  • Kan humor, sarcasme of ironie bevatten.

Slide 17 - Slide

COLUMN
BRAINSTORM
Wat wil je zeggen over je onderwerp?
Hoe voel jij je hierover?
Welke invalshoek ga je kiezen (bijv. maatschappelijk, persoonlijk, humoristisch)?

Schrijf dit op in 2-3 zinnen als een leidraad voor je column.
Tip: Maak een  verrassende of pakkende eerste zin!
Wissel uit met je buurman of buurvrouw voor feedback!

Slide 18 - Slide

COLUMN
- BOUWPLAN- 



Schrijf eerst je bouwplan voordat je aan de column begint. 
Als je bouwplan klaar is, schrijf je je eerste versie.
Maak gebruik van de stijlmiddelen en creatieve invalshoeken van de vorige lessen.

Tips tijdens het schrijven:
Begin met een sterke openingszin die de lezer prikkelt.
Bouw je column op in drie delen: introductie, kernboodschap, afsluiting.
Gebruik circa. 300-400 woorden
Gebruik stijlmiddelen zoals een anekdote, woordspelingen of retorische vragen.









Slide 19 - Slide

VORIGE LESSEN:
Creatieve invalshoeken:





Mening, actualiteit, prikkelend etc:
Stijlmiddelen 
Ironie 
Overdrijving
Sarcasme

DUO-opdracht:
Lees de columns die gemaakt zijn door leerlingen. 
• Wat valt op aan de toon en stijl?
• Hoe worden humor of emoties gebruikt?
• Hoe begint en eindigt de column krachtig?
Bespreek dit met elkaar

Slide 20 - Slide

COLUMN: BOUWPLAN

Schrijf eerst je bouwplan voordat je aan de column begint.
Als je bouwplan klaar is, schrijf je je eerste versie.
Maak gebruik van de stijlmiddelen en creatieve invalshoeken van de vorige lessen.
Tips tijdens het schrijven:
Begin met een sterke openingszin die de lezer prikkelt.
Bouw je column op in drie delen: introductie, kernboodschap, afsluiting.
Gebruik circa. 300-400 woorden
Gebruik stijlmiddelen zoals een anekdote, woordspelingen of retorische vragen.




COLUMN:  FEEDBACKRONDES

Vorm: Is de column overzichtelijk en aantrekkelijk? (titel, indeling, alinea’s)
Inhoud: Is de boodschap duidelijk en boeiend? Zijn de argumenten sterk?
Formulering: Is het taalgebruik creatief, pakkend en passend bij de doelgroep?
Taal- en spelfouten: Zijn er grammaticale fouten of spelfouten?

Schrijf complimenten! Wat kan beter? 

Noteer per ronde:
  • Eén sterk punt.
  • Eén verbeterpunt.

Slide 21 - Slide

FEEDBACKRONDES
COLUMN
  1. Vorm: Is de column overzichtelijk en aantrekkelijk? (titel, indeling, alinea’s)
  2. Inhoud: Is de boodschap duidelijk en boeiend? Zijn de argumenten sterk?
  3. Formulering: Is het taalgebruik creatief, pakkend en passend bij de doelgroep?
  4. Taal- en spelfouten: Zijn er grammaticale fouten of spelfouten?
timer
3:00

Slide 22 - Slide

SCHRIJFOPDRACHTEN
Schrijfopdracht 1 - Column
Schrijfopdracht 2 - Overtuigende tekst
Schrijfopdracht 3 - Creatieve schrijfopdracht. Zorg dat je je leesboek uit hebt

Slide 23 - Slide

Een overtuigende tekst maken

Slide 24 - Slide

Goede argumenten bedenken...
Argumenten geven
Uitleg geven 
Bijvoorbeeld
 A U B-model

Slide 25 - Slide

Informerende en overtuigende teksten
Je hebt geleerd wat het verschil is tussen een feit en een mening.
Een tekst kan informerend zijn of overtuigend.
Informerende tekst
Overtuigende tekst
feiten (je eigen mening mag niet in een informerende tekst voorkomen)
mening (om je publiek te overtuigen, geef je goede redenen bij je mening)
bijvoorbeeld een nieuwsbericht
bijvoorbeeld een ingezonden brief of een weblog
wat de schrijver zegt, moet neutraal en controleerbaar zijn
wat de schrijver zegt, is persoonlijk

Slide 26 - Slide

Redenen
De redenen die je in een overtuigende tekst gebruikt, kunnen gebaseerd zijn op een feit of een mening.

Redenen die gebaseerd zijn op je mening zijn persoonlijk. Probeer altijd zoveel mogelijk redenen te geven die gebaseerd zijn op een feit. Daarmee kun je je publiek het best overtuigen.

Slide 27 - Slide

Voorbeeld
Standpunt: Ik vind dat jongeren meer leesboeken moeten lezen.

Redenen:
* Uit onderzoek blijkt dat jongeren die veel leesboeken lezen hogere cijfers halen. (Dit is een feit, deze informatie kun je controleren.)
* Jongeren die veel lezen hebben een grotere woordenschat. (Dit is een feit.)
* Het lezen van leesboeken is veel leuker dan gamen. (Dit is een mening, iemand anders kan een andere mening hebben.)
* Jongeren die veel lezen, kunnen zich beter verplaatsen in andere mensen. (Dit is een mening.)

Slide 28 - Slide

Tips voor argumenten
  • Feiten geven uit onderzoeken. 
  • Deskundigheid van jezelf of iemand anders noemen.  
  • Voorbeelden uit eigen ervaring 
  • Inspelen op de gevoelens van iemand anders.

Slide 29 - Slide

Oefenen met argumenteren
Stelling: 
Goede voornemens doen meer goed dan kwaad
timer
5:00
Startopdracht (in duo's)
  1. Vul de argumentenkaart in met argumenten voor en tegen. 
  2. Vergelijk de argumenten met een ander duo
  3. Overtuig het ander duo van jullie argumenten 

Slide 30 - Slide

Overtuigende tekst: stellingen 
Stellingen voor je overtuigende tekst:
Kies één van de stellingen, bedenk of je voor of tegen bent, gebruikt het AUB-model. 
Verwerk minimaal 3 argumenten (volgens het AUB model) in je overtuigende tekst

Stelling 1: Iedereen zou verplicht minstens één hobby moeten hebben.
Stelling 2: Schooldagen zouden een uur korter moeten zijn.
Stelling 3: Superheldenfilms zijn slecht voor je fantasie.

Of je verzint zelf een stelling over een onderwerp 

timer
20:00

Slide 31 - Slide

Schrijfopdracht
Bepaal je standpunt. Ben je het met de stelling eens of niet?
  
b) Bedenk een reden gebaseerd op een feit.
c) Bedenk een reden gebaseerd op je mening.
d) Zoek op internet betrouwbare informatie om de reden die gebaseerd is op een feit te bewijzen. Neem de bronnen op in je tekst!


Slide 32 - Slide

Bouwplan
Maak een bouwplan voor je tekst. 

Let op de volgende punten:
  • Kies een stelling waar je een sterke mening over hebt, bijvoorbeeld: Schooldagen zouden korter moeten zijn.
  • Schrijf je stelling bovenaan je bouwplan.
  • Waarom klopt jouw stelling? Schrijf 2 of 3 sterke redenen op. Bijvoorbeeld: Dan hebben we meer tijd voor hobby's en sport of  we zijn productiever als we korter werken.
  • Bedenk een tegenargument en weerlegging. Wat zou iemand zeggen die het niet met je eens is?    
        Tegenargument: We leren minder als schooldagen korter worden.
        Weerlegging: Dat klopt niet, want we leren beter als we niet te lang werken.
  • Maak een pakkende opening door een vraag te stellen, een grapje te maken of een feit te benoemen.
  • Eindig sterk met een conclusie
  • Vermeld je bronnen 

Slide 33 - Slide