BJ lesweek 6 paragraaf 2.1 - 2.2 - 2.3-2.4 extra

Welkom bij 

Rekenen
Rekenen
Basisjaar
Paragraaf 2.1 t/m 2.4 extra instructie en uitleg
1 / 56
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 56 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Welkom bij 

Rekenen
Rekenen
Basisjaar
Paragraaf 2.1 t/m 2.4 extra instructie en uitleg

Slide 1 - Slide

Welkom bij 

Rekenen
Rekenen
Basisjaar
Paragraaf 2.1 t/m 2.4 extra instructie en uitleg

Slide 2 - Slide

Digitaal/op afstand

Slide 3 - Slide

Lesdoelen hst 2
  • Je kan verkort optellen met hele getallen
  • Je kan verkort aftrekken met hele getallen
  • Je kan vermenigvuldigen met hele getallen
  • Je kan delen met hele getallen

Slide 4 - Slide

Spelregels 
Spelregels 
Telefoons zitten in je tas en staan op stil
Er mag NIET gegeten worden in het lokaal
We hebben respect voor en geduld met elkaar
Zorg dat je op tijd bent voor de les. Is de deur van het lokaal dicht...... dan mag je er niet meer in
Zorg dat je altijd je boeken/laptop bij je hebt
Er mag alleen water gedronken worden in de les
Zorg dat je altijd pen, papier en je rekenmachine bij je hebt

Slide 5 - Slide

Hoofdstuk 2 
Bewerkingen

2.1 Optellen
2.2 Aftrekken
2.3 Vermenigvuldigen
2.4 Delen
2.5 Kwadraten, Wortels en volgorde van bewerkingen
2.6 Gemengde opgaven

Slide 6 - Slide

298 + 45=
A
300+47
B
300+43=

Slide 7 - Quiz

395 + 75=
A
400+70
B
400+80

Slide 8 - Quiz

Optellen
Rekenen
Paragraaf 2.1

Slide 9 - Slide

2.1 Optellen
Als je twee getallen bij elkaar optelt, noem je het antwoord de som van de getallen.
- Bij een optelling mag je de volgorde van de getallen wisselen.

- Je kunt op verschillende manieren optellen:
1. Uit het hoofd
2. Kolomsgewijs of traditioneel.

Slide 10 - Slide

2 manieren

Slide 11 - Slide

Handig optellen met strategieën zoals 
Rijgen                    (230 + 90: 230 → 300 → 320) 
Splitsen                 (46 + 53 → 90 + 9) 
Compenseren    (199 + 86: 200 + 86 - 1 of ineens 200 + 85)
Analogie                (3000 + 12000 naar analogie van 3 + 12) 
Verwisselen         (2 + 399 → 399 + 2)
Omvormen           (97 + 54 is evenveel als 100 + 51)

Slide 12 - Slide


Reken uit.

Slide 13 - Open question

Aftrekken
Rekenen
Paragraaf 2.2

Slide 14 - Slide

0

Slide 15 - Video

Bereken en geef antwoord op de volgende slide.
A: .......................
B: .......................
C: ........................
A:
B:
C:

Slide 16 - Slide


Reken uit.
A:
B:
C:

A:
C:
C:
B:

Slide 17 - Open question

2.2 Aftrekken
Als je twee getallen van elkaar aftrekt, noem je het antwoord het verschil van de getallen. Bij aftrekken mag je de volgorde van de getallen niet verwisselen.

Je kunt op verschillende manieren aftrekken
 1.Uit het hoofd
2. Kolomsgewijs
3. Traditioneel.

Slide 18 - Slide

Nu een voorbeeld van een aftreksom

275 - 99 =
eerst haal ik er 100 af
275 - 100 = 175
maar ik heb er 1 teveel afgehaald, dus moet er nog 1 bij
175 + 1 = 176

Slide 19 - Slide

2 manieren

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Bereken de opgave en upload de uitwerking.
3 8 5 2 -
1 9 3 6
---------------

Slide 22 - Open question

Bereken de opgave en upload de uitwerking.
3 8 5 2 -
1 9 3 6
---------------

Slide 23 - Open question

1293
133
1373
A
B
C

Slide 24 - Drag question

Vermenigvuldigen

Slide 25 - Slide

2.3 Vermenigvuldigen
- Vermenigvuldigen is herhaald optellen. Als je getallen met elkaar vermenigvuldigt, noem je het antwoord het product van de getallen.
-
Bij een vermenigvuldiging mag je de volgorde van de getallen verwisselen. 

Je kunt op verschillende manieren vermenigvuldigen
1. Uit het hoofd
2.  Kolomsgewijs
3. Traditioneel.

Slide 26 - Slide

0

Slide 27 - Video

2 manieren

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide


Slide 30 - Open question

83 x 7

Slide 31 - Mind map

Bereken de opgave en upload de uitwerking.
1 3 5
4 5 x
---------------

Slide 32 - Open question

Bereken de opgave en upload de uitwerking .
2 8 4
3 6 x
----------

Slide 33 - Open question

Slide 34 - Slide

Hoofdstuk 2 
Bewerkingen

2.1 Optellen
2.2 Aftrekken
2.3 Vermenigvuldigen
2.4 Delen
2.5 X en : met 10, 100 en 1000 en haakjes
2.6 Gemengde opdrachten

Slide 35 - Slide

Lesdoelen hst 2
  • Je kan cijferend optellen
  • Je kan cijferend aftrekken
  • Je kan cijferend vermenigvuldigen

Slide 36 - Slide

0

Slide 37 - Video

198 + 35 =
A
133
B
137
C
233
D
237

Slide 38 - Quiz

Handig optellen met strategieën zoals :
Rijgen                    (230 + 90: 230 → 300 → 320) 
Splitsen                 (46 + 53 → 90 + 9) 
Compenseren    (199 + 86: 200 + 86 - 1 of ineens 200 + 85)
Analogie                (3000 + 12000 naar analogie van 3 + 12) 
Verwisselen         (2 + 399 → 399 + 2)
Omvormen           (97 + 54 is evenveel als 100 + 51)

Slide 39 - Slide

0

Slide 40 - Video

Ik doe de som eerst voor
4 x 15 = 60
want 4 x 10 = 40 en 4 x 5 = 20
40 + 20 = 60
Hoeveel is dan 4 x 150 = ?
Ik weet dat 4 x 15 = 60
150 = 10 x 15, dus moet het antwoord ook keer 10 (60 x 10)
Het antwoord is 600

Slide 41 - Slide

Lesdoelen
  • Je leert optellen met gehele getallen
  • Je leert aftrekken met gehele getallen
  • Je leert vermenigvuldigen met gehele getallen

Slide 42 - Slide

Digitaal/op afstand

Slide 43 - Slide

Spelregels 
Spelregels 
Telefoons zitten in je tas en staan op stil
Er mag NIET gegeten worden in het lokaal
We hebben respect voor en geduld met elkaar
Zorg dat je op tijd bent voor de les. Is de deur van het lokaal dicht...... dan mag je er niet meer in
Zorg dat je altijd je boeken/laptop bij je hebt
Er mag alleen water gedronken worden in de les
Zorg dat je altijd pen, papier en je rekenmachine bij je hebt

Slide 44 - Slide

Lesdoelen
  • Je leert optellen met gehele getallen
  • Je leert aftrekken met gehele getallen
  • Je leert vermenigvuldigen met gehele getallen

Slide 45 - Slide

Spelregels 
Spelregels 
Telefoons zitten in je tas en staan op stil
Er mag NIET gegeten worden in het lokaal
We hebben respect voor en geduld met elkaar
Zorg dat je op tijd bent voor de les. Is de deur van het lokaal dicht...... dan mag je er niet meer in
Zorg dat je altijd je boeken/laptop bij je hebt
Er mag alleen water gedronken worden in de les
Zorg dat je altijd pen, papier en je rekenmachine bij je hebt

Slide 46 - Slide

158 - 97=
A
158-100+3
B
158-100-3

Slide 47 - Quiz

545 + 99=
A
545+100+1
B
545+100-1

Slide 48 - Quiz

Slide 49 - Slide


A
100 kg
B
300 kg
C
150 kg
D
500 kg

Slide 50 - Quiz

Maak de staartdeling en upload de uitwerking.
6/8592\

Slide 51 - Open question

Slide 52 - Slide

Zelfstandige verwerking
- Maken instaptoets H2 (als je nog niet hebt gedaan)
- Maken paragraaf 2.1 - 2.2 - 2.3- 2.4
- Online 



Slide 53 - Slide

'Huiswerk'
- Afmaken 2.1 - 2.2 - 2.3 - 2.4

Bekijk de filmpjes (animaties) in de online leeromgeving dit helpt
Vragen over H2?
Stel ze

Slide 54 - Slide

Goed gewerkt tot volgende week!

Slide 55 - Slide

Slide 56 - Slide