Paradigma's in de GGZ en Kwaliteitskader GGZ

Planning:
Theorie paradigma
Theorie stigma
Kwaliteitskader
Opdracht
1 / 41
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 41 slides, with interactive quiz, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Planning:
Theorie paradigma
Theorie stigma
Kwaliteitskader
Opdracht

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

paradigma's in de GGZ

Slide 3 - Slide

Wat is een paradigma?

Slide 4 - Slide

Paradigma
Een paradigma is een grondhouding of denkbeeld gebaseerd op persoonlijke opvattingen, cultuurgebonden normen en waarden en de laatste wetenschappelijke inzichten 
Raamwerk  overtuigingen en ideeën die invloed hebben op hoe we denken, handelen en problemen oplossen.

Slide 5 - Slide

Of te wel:
Stel je voor dat je door een speciale bril kijkt. Deze bril beïnvloedt wat je ziet en hoe je het interpreteert. 

Een paradigma is als die bril, het bepaalt hoe we de wereld om ons heen zien en begrijpen.

Slide 6 - Slide

Verschillende mensen kunnen verschillende paradigma's hebben, gebaseerd op hun eigen ervaringen, kennis en perspectieven. 
Bv:
 wetenschappers hebben vaak een paradigma dat gebaseerd is op  logisch redeneren, 

religieuze mensen mogelijk een paradigma hebben dat gebaseerd is op geloof en spirituele waarden.

Slide 7 - Slide

Paradigma's kunnen ook veranderen. 

Soms ontstaan er nieuwe ideeën, ontdekkingen of ervaringen die ons paradigma uitdagen en dwingen om onze oude overtuigingen te heroverwegen. 

Slide 8 - Slide

Paradigma in de ggz
Om tot die theorieën en methoden te komen heb je geschiedenis nodig

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Middeleeuwen
500 tot 1500 na Christus

- Geen aandacht
- Gingen snel dood
- Mensen vonden je een dorpsgek
- Dolhuizen

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Van paradigma naar visie
Door de jaren heen is onze kijk op mensen met een beperking veranderd. 



Hoe is onze kijk op mensen met een beperking in al die jaren veranderd? Hoe is die verandering gekomen?

Slide 14 - Slide

ggz:

Het (medisch )biologische paradigma:
  • vanuit een medisch perspectief.
  • psychische aandoeningen als stoornissen in de hersenen of het lichaam, vergelijkbaar met fysieke ziektes. 

  • Behandelingen zijn gericht op symptoombestrijding en kunnen medicatie omvatten, zoals antidepressiva of antipsychotica.

Slide 15 - Slide

Psychologische(psychoanalytische)paradigma:
  Dit paradigma, ontwikkeld door Sigmund Freud, legt de nadruk op onbewuste processen en de invloed van vroege ervaringen op psychische gezondheid.
Het resultaat van onopgeloste conflicten en onderdrukte emoties. 
Behandeling: 
Therapie binnen dit paradigma, zoals psychoanalyse 

Slide 16 - Slide

Het Sociale (cognitieve) paradigma
  • Dit paradigma richt zich op de rol van gedachten, overtuigingen en percepties bij psychische gezondheid.
  • ontstaan ​​door ongezonde denkpatronen en negatieve zelfbeelden. 

  • behandeling: Cognitieve gedragstherapie  is een veelgebruikte benadering binnen dit paradigma. 
  • Het helpt de mensen om negatieve gedachten en gedragspatronen  te veranderen door middel van verschillende technieken.

Slide 17 - Slide

Het biopsychosociale paradigma: 
 Paradigma benadrukt de complexe interactie tussen biologische, psychologische en sociale factoren bij het begrijpen van geestelijke gezondheidsproblemen

Behandelingen:

 binnen dit paradigma kunnen een combinatie van  interventies (zoals medicatie), psychotherapie en sociale ondersteuning omvatten.

Slide 18 - Slide

Wat zijn je eigen ervaringen met de psychiatrie?

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Slide

Wat is volgens jou 'normaal'

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Mogelijke Gevolgen soorten paradigma's
Hoe je denkt is hoe je handelt
Bijv: Gevaar van DSM (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders)
Diagnosen op iem plakken 
Stigma = stempel opgedrukt krijgen
Stempel opgelegd te krijgen iemand zetten

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Stelling:
Een diagnose in de psychiatrie zorgt voor stigmatisering


Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

De client is meer dan zijn psychiatrische diagnose

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Mogelijke oplossing: In plaats van diagnose 4 vragen
Wat is er met je gebeurd?
Wat is je kwetsbaarheid en je weerbaarheid?
Waar wil je naar toe?
Wat heb je nodig?
dmv interactie hierover gesprek aangaan

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Kwaliteitskader
Om kwaliteit  te garanderen moet de zorg over kwaliteitsstandaarden beschikken = documenten
met
Voorwaarden voor de zorg
Zorgprocessen

Slide 32 - Slide

Meetinstrumenten voor nodig
ROM Routine Outcome Monitoring
Veiligheid belangrijk onderdeel in de zorg bijv.
Agressie
Huiselijk geweld
Brandveiligheid
Voorkomen vrijheidsbeperking

Slide 33 - Slide

ROM Routine Outcome Monitoring

Slide 34 - Slide

Huiswerk
Module 15 H1 en 2 (3) lezen
Maken opdracht 2 blz 24 Opdrachtenboek module 15
Destigmatisatie
Opdracht 3


Slide 35 - Slide

Opdracht Infographic
Maak een infografhic over een van de volgende ziektebeelden:
Angst en stemmingsstoornissen
Stoornissen in de persoonlijkheid
Stoornissen in de lichaamsbeleving en regulatie
Verslaving
Seksuele disfuncties en parafiele stoornissen en genderdysforie

Slide 36 - Slide

Beantwoord de volgende vragen:
Welke vormen zijn er?
Wat houden de verschillende vormen in?
Welke behandelmethoden zijn er?
Hoe zorgvragers te Begeleiden?
Stelling formuleren ter discussie

Slide 37 - Slide

Lessen van Lieke
https://www.youtube.com/watch?v=W5wUweBUTK4

Slide 38 - Slide

Eventueel extra Opdracht:
Werk uit: 
a. Definitie van stigma: Leg uit wat stigma betekent en hoe het van invloed kan zijn op mensen met psychische aandoeningen.
b. Voorbeelden van stigma: geef voorbeelden van stigmatiserende opmerkingen, stereotypen of situaties die mensen met psychische aandoeningen kunnen ervaren.
c. Impact van stigma: Laat de negatieve gevolgen van stigma zien, zoals sociale uitsluiting, schaamte, beperkte toegang tot behandeling en gebrek aan begrip.
d. Bewustwording en actie:  laat zien hoe je  stigma's in de GGZ kan aan pakken. 
interactieve elementen toe  voegen, zoals  korte discussievragen:   Dit kan helpen bij het creëren van bewustwording.

 
en het tegenbewijs!








Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

bv maak je een filmpje over anorexia:
dan komt dit bv aan de orde in je filmpje:

stigma:   anorexia nervosa is  uitsluitend het gevolg is van oppervlakkig streven naar dunheid en dat het een keuze is van degenen die eraan lijden
Dit beeld negeert de complexiteit van anorexia nervosa als een ernstige psychische aandoening die meestal voortkomt uit een combinatie van biologische, psychologische en sociale factoren.


Het is belangrijk om dit stigma te doorbreken en het bewustzijn te vergroten over de werkelijke oorzaken en gevolgen van deze aandoening.


Slide 41 - Slide