Thema 8 - hoofdstuk 3

Engels thema 8 - GELD
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Engels thema 8 - GELD

Slide 1 - Slide

Wat is de vertaling van:
loten
A
lotery tickets
B
lotery
C
tickets
D
purse

Slide 2 - Quiz

Wat is de vertaling van:
is (in sommen)
A
mines
B
is
C
of
D
makes

Slide 3 - Quiz

Wat is de vertaling van:
gratis
A
zero
B
free
C
minus
D
because

Slide 4 - Quiz

Wat is de vertaling van:
fooien
A
fooien
B
cash
C
money
D
tips

Slide 5 - Quiz

Wat is de vertaling van:
maaltijd
A
mac
B
meal
C
food
D
diner

Slide 6 - Quiz

Welke zin past het best
bij de foto?
A
I would like to buy a smartphone.
B
I will borrow a smartphone here.
C
Thank you. You are welcome.

Slide 7 - Quiz

Welke zin past het best
bij de foto?
A
Look. I have a big cashpoint
B
You can see I have much more money.
C
Look at me. I have a large meal.

Slide 8 - Quiz

Welk woord past
het best bij de foto?
A
I have no money on me today.
B
Why do I need money? I don't.
C
Forget it. I don't have money for that.

Slide 9 - Quiz

Welke zin past
het best bij de foto?
A
Listen. I can give you money.
B
No, you don't get my money.
C
Pay me. In cash. Now. No debit card.

Slide 10 - Quiz

Welke zin past
het best bij de foto?
A
I like my job. I earn 50 euros per week
B
I must work many hours for my money.
C
I don't like working in this supermarket.

Slide 11 - Quiz

Do you know what I would like?
I would like a big meal.
That would be very nice!

Gaat de tekst over de foto of niet?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Kun je uitleggen waarom de tekst wel of niet over de foto gaat?

Slide 13 - Open question

Hi Joe.
You have borrowed money from me.
But I have no money now.
I want my money back.
I need it for shopping.

Gaat de tekst over de foto of niet?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Kun je uitleggen waarom de tekst wel of niet over de foto gaat?

Slide 15 - Open question

Mum: How much did you pay in the supermarket?
Son: I don't know. I forgot. 36 euro's, I think.
Mum: That is very expensive. Let me check the receipt.
Son: Sorry. You cannot do that. I forgot the receipt.
I don't have the receipt here.

Gaat de tekst over de foto?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Kun je uitleggen waarom de tekst wel of niet over de foto gaat?

Slide 17 - Open question

Je bent klaar met de les
Wat ging er goed en wat kon beter?

Slide 18 - Slide