BS 4: De Hersenen MAX

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 4

Oefenvragen Thema Regeling

Schakelcellen liggen in het centrale zenuwstelsel

1. Ja
2. Nee

Hoe heet nummer 2 ?

De hersenen bestaan uit...

1. Grote hersenen, kleine hersenen en ruggenmerg
2. Grote hersenen, hersenstam en ruggenmerg
3. Kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg
4. Groter hersenen, kleine hersenen en hersenstam

De hersenen horen bij....

1. Centrale zenuwstelsel
2. Zenuwen
3. De zintuigen

In de grote hersenen

1. Worden prikkels vanaf je zintuigen verwerkt
2. Worden impulsen vanaf je zintuigen verwerkt
3. Worden bewegingen op elkaar afgestemd
4. Zetten prikkels om in impulsen

De kleine hersenen

1. verwerken alle inkomende impulsen.
2. geleiden impulsen van het ruggenmerg naar de grote hersenen.
3. zorgen voor coördinatie van alle bewegingen.
4. doen hetzelfde als de grote hersenen, maar dan sneller.

In de hersenschors van de grote en kleine hersenen ligt

1. witte stof
2. grijze stof
3. hersenschors

Wat beïnvloedt de hersenen?

1. Alcohol
2. Drugs
3. Medicijnen
4. Alle antwoorden zijn goed

Welk vermogen neemt af als je bijvoorbeeld zware medicijnen neemt?

Waar komen in het ruggenmerg de impulsen aan die afkomstig zijn van zintuigen?

1. Buikzijde
2. Rugzijde

Verbind het juiste plaatje met het juiste onderdeel

Grote hersenen

Kleine hersenen

Hersenstam

Centrale zenuwstelsel

De impulsen vanuit de smaakzintuigcellen worden naar een deel van het centrale zenuwstelsel geleid en daar verwerkt.

Zijn daarbij gevoelszenuwcellen betrokken? En zijn daarbij schakelcellen betrokken?

1. Gevoelszenuwcellen
2. Bewegingszenuwcellen
3. Schakelcellen
4. Zowel gevoelszenuwcellen als schakelcellen

Waar verlaten impulsen het ruggenmerg?

1. Buikzijde
2. Rugzijde

Het knipperen met de ogen wordt de ooglidreflex genoemd. Bij het optreden van deze reflex spelen zenuwuiteinden in de buitenste laag van het oog een rol. De zenuwuiteinden worden onder andere geprikkeld als deze laag te droog wordt.

Van welk type zenuwcellen maken deze zenuwuiteinden deel uit?

1. Gevoelszenuwcellen
2. Bewegingszenuwcellen
3. schakelcellen

Als de smaakzintuigen in de tong worden geprikkeld, worden er impulsen geleid naar het centrale zenuwstelsel. In een bepaald deel van het centrale zenuwstelsel worden deze impulsen verwerkt, zodat de gewaarwording 'zoet' optreedt.

In welk deel van het centrale zenuwstelsel gebeurt dit?

1. Kleine hersenen
2. Grote hersenen
3. Hersenstam
4. In het ruggenmerg

Wat kun je nu doen?

- Lezen BS 5 als voorbereiding voor morgen

- Nakijken BS 1 tot en met 4 

- Samenvatting maken BS 1 tot en met 4

- Foute vragen eens opzoeken in je boek, wat is dan wel het juiste antwoord?