HA1 grammatica overzicht Unit 5

Grammatica overzicht Unit 5
Een overzicht van alle uitleg en waar je nog meer kunt vinden over de onderwerpen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Grammatica overzicht Unit 5
Een overzicht van alle uitleg en waar je nog meer kunt vinden over de onderwerpen

Slide 1 - Slide

Grammatica onderwerpen
- Plaats bijwoorden (2.1 op p. 85)
- Plaats/tijd (2.2 op p. 85)
- Present simple met vragen/ontkenning (4.1 en 4.2 op p. 86 + grammatica overzicht!)
- Present continuous met vragen/ontkenning (grammatica overzicht!, niet in unit 5)

Slide 2 - Slide

Plaats van bijwoorden
Woorden die aangeven hoe vaak iets gebeurt staan:
- Voor het (hoofd)werkwoord
- Na de vorm van be dus am/is/are

Voorbeelden van bijwoorden: always, never, often, usually 
I never know which movie I want to watch.
They are always late. 

Slide 3 - Slide

Plaats en tijd
Zinsdelen die aangeven waar (plaats) of wanneer (tijd) iets gebeurt zet je meestal aan het einde van de zin:
- I think I am going to buy new shoes tomorrow.
- Did you see the nice sneakers at the store?

Let op! Plaats moet voor tijd!
- I saw very nice sneakers at the store last week.
- Let's work out at the gym tonight at 8 o'clock.

Slide 4 - Slide

Present simple
Stap 1: bepaal de tijd.

Staan er woorden in de zin die aangeven dat het altijd/vaak/nooit gebeurt of dat het een gewoonte is, dan is het de present simple.
> Voorbeelden van woorden die dit aangeven: always, often, usually, every day/week/month

Stap 2: SHIT of niet?
De SHIT regel: she/he/it = werkwoord +s                We/you/they = werkwoord






Slide 5 - Slide

Present simple
Stap 3: is de zin een gewone zin, ontkennend of vragend

Gewone zin
Ontkennend
Vragend
I play games.
I don't play games.
Do I play games?
She likes to sing.
She doesn't like to sing.
Does she like to sing?
My friends dance every Tuesday evening.
My friends don't dance every Tuesday evening.
Do my friends dance every Tuesday evening?

Slide 6 - Slide

Present simple

Let op! met een hulpwerkwoord (bv. can of am/is/are) gebruik je geen do/does of don't/doesn't! 







Gewone zin
Ontkennend
Vragend
I can eat candy.
I can't eat candy.
Can I eat candy?
She is nice.
She isn't nice.
Is she nice?

Slide 7 - Slide

Present continuous
Stap 1: Bepaal de tijd
Staan er woorden in die aangeven dat het nu/op dit moment gebeurt, dan is het de present continuous.

Voorbeelden van woorden die dit aangeven: (right) now, at the moment, Look!, Watch!, Listen! (je wilt namelijk dat iemand nu, meteen naar je luistert of ergens naar kijkt).


Slide 8 - Slide

Present continuous
Stap 2: kies of je am/is/are nodig hebt





Stap 3: ww+ing
Voeg het werkwoord + ing daar aan toe: I am working, you are watching, she is carrying



I
am
He/she/it
is
We/you/they
are

Slide 9 - Slide

Present continuous
Stap 4: is de zin een gewone zin, ontkennend of vragend?
 
Bevestigend
Ontkennend
Vragend
I am playing games at the moment.
I am not playing games at the moment.
Am I playing games at the moment?
She is singing now.
She isn't singing now.
Is she singing now?
Look! They are dancing over there.
They aren't dancing right now.
Are they dancing right now?

Slide 10 - Slide

Writing
Tips:
- Na je aanhef (Dear ..... , ) en voor je afsluiting een witregel overslaan.
- Denk aan leestekens (punten, komma's etc.) en hoofdletter.
- Schrijf getallen (zoals leeftijden) uit! 
- I (= ik) is altijd met een hoofdletter!
- The Netherlands is ook met hoofdletters.
- Zorg dat alle punten er in staan! (anders minpunten).
- Kies een passende afsluiting zoals Kind regards of Best wishes.

Slide 11 - Slide