5.2 Soorten reacties - deel 2

Soorten reacties
Hoofdstuk 5
Paragraaf 2
1 / 31
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Soorten reacties
Hoofdstuk 5
Paragraaf 2

Slide 1 - Slide

Planning
Herhalen
Huiswerk bespreken
Nieuwe uitleg
Oefenen

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Je leert:
  • drie soorten reacties kennen;
  • welke drie typen ontledingsreacties er zijn;
  • welke stoffen ontstaat bij een verbranding. 

Slide 3 - Slide

Soorten reacties
Bij een chemische reactie ontstaan reactieproducten. 

Er bestaat drie soorten chemische reacties
  • Verbrandingsreactie
  • Vormingsreacties
  • Ontledingsreactie


Slide 4 - Slide

Verbrandingsreactie
Een verbranding is een reactie van een brandbare stof met zuurstof. 

Bij de verbranding van kaarsvet krijg je:
Kaarsvet (s) + zuurstof (g)

Slide 5 - Slide

Verbrandingsreactie
Bij het verbranden van een brandstof ontstaat van elk atoomsoort een oxide, behalve van zuurstof. 


Brandstof
Koper
IJzer
waterstof
koolstof
zwavel
oxide
koperoxide
ijzeroxide
waterstofoxide
koolstofdioxide
zwaveldioxide

Slide 6 - Slide

Verbrandingsreactie
Bij het verbranden van een brandstof ontstaat van elk atoomsoort een oxide, behalve van zuurstof. 

Koper (s) + zuurstof (g) -> koperoxide (s)


Brandstof
Koper
IJzer
waterstof
koolstof
zwavel
oxide
koperoxide
ijzeroxide
waterstofoxide
koolstofdioxide
zwaveldioxide

Slide 7 - Slide

Verbrandingsreactie
Bij het verbranden van een brandstof ontstaat van elk atoomsoort een oxide, behalve van zuurstof. 

ijzer (s) + zuurstof (g) -> ijzeroxide (s)


Brandstof
Koper
IJzer
waterstof
koolstof
zwavel
oxide
koperoxide
ijzeroxide
waterstofoxide
koolstofdioxide
zwaveldioxide

Slide 8 - Slide

Wat heb je altijd nodig voor een verbrandingsreactie?

Slide 9 - Open question

Leg uit of onderstaande reactie wel of geen verbrandingsreactie is:

Kwikoxide (s) -> kwik (l) + zuurstof (g)

Slide 10 - Open question

Leg uit of onderstaande reactie wel of geen verbrandingsreactie is:

magnesium (s) + zuurstof (g) -> magnesiumoxide (s)

Slide 11 - Open question

Vragen huiswerk?
Hoofdstuk 5 
Paragraaf 2 
 
Opgaven: 42, 43, 45, 46 & 48

Slide 12 - Slide

Vormingsreactie
Bij een vormingsreactie maak je een nieuwe stof. 
  • Je hebt altijd twee of meer beginstoffen nodig.
  • Zuurstof is NOOIT een van de beginstoffen. 
  • Er ontstaat minstens één reactieproduct

natrium (s) + chloor (g) -> natriumchloride (s)

Slide 13 - Slide

Leg uit waarom zuurstof nooit een beginstof is bij een vormingsreactie.

Slide 14 - Open question

Stikstofgas en waterstofgas reageren samen tot het gas ammoniak.

Schrijf het reactie schema van deze reactie op.

Slide 15 - Open question

Stikstofgas en waterstofgas reageren samen tot het gas ammoniak.  

Schrijf het reactie schema van deze reactie op.

Stikstof (g) + waterstof (g) -> ammoniak (g)



Slide 16 - Slide

Salmiak maak je door de gassen waterstofchloride en ammoniak met elkaar te laten reageren.

Schrijf het reactieschema op van het maken van salmiak.

Slide 17 - Open question

Salmiak maak je door de gassen waterstofchloride en ammoniak met elkaar te laten reageren.  
 
Schrijf het reactieschema op van het maken van salmiak. 

Waterstofchloride (g) + ammoniak (g) -> salmiak (s)

Slide 18 - Slide

Ontledingsreactie
Als uit één beginstof twee of meer reactieproducten ontstaan.

Koperchloride (aq) -> koper (s) + chloor (g)


Slide 19 - Slide

Ontledingsreactie
Voor het ontleden van een stof heb je energie nodig.
Als de energietoevoer stopt, stopt de ontledingsreactie.

We hebben drie soorten ontledingsreacties, met alle drie een andere vorm van energie. 


Slide 20 - Slide

Thermolyse
Voor thermolyse is warmte nodig. 


Slide 21 - Slide

Fotolyse
Bij fotolyse wordt energie gebruikt in de vorm van licht.


Slide 22 - Slide

Elektrolyse
Elektrolyse is ontleding met elektriciteit


Slide 23 - Slide

Verbrandingsreactie
Vormingsreactie
Ontledingsreactie
Altijd zuurstof voor de pijl
Minstens twee beginstoffen. Dit is nooit zuurstof!
Er is maar één beginstof.
Altijd een oxide na de pijl

Slide 24 - Slide

natriumchloride (s) -> natrium (s) + chloor (g)
A
Ontledingsreactie
B
Verbrandingsreactie
C
Vormingsreactie

Slide 25 - Quiz

stikstof (g) + zuurstof (g) -> stikstofdioxide (g)
A
Ontledingsreactie
B
Verbrandingsreactie
C
Vormingsreactie

Slide 26 - Quiz

tin (s) + zwavel (s) -> tinsulfide (s)
A
Ontledingsreactie
B
Verbrandingsreactie
C
Vormingsreactie

Slide 27 - Quiz

koperchloride (aq) -> koper (s) + chloor (g)
A
Ontledingsreactie
B
Verbrandingsreactie
C
Vormingsreactie

Slide 28 - Quiz

waterstofazide (g) -> waterstof (g) + ammoniak (g)
A
Ontledingsreactie
B
Verbrandingsreactie
C
Vormingsreactie

Slide 29 - Quiz

alcohol (l) + zuurstof (g) -> koolstofdioxide (g) + water (l)
A
Ontledingsreactie
B
Verbrandingsreactie
C
Vormingsreactie

Slide 30 - Quiz

Huiswerk
Hoofdstuk 5
Paragraaf 2

Opgaven: 22, 27, 28, 36 & 37

Slide 31 - Slide