Tekstopbouw en samenvatten (opdr 5 rvl)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Tekstopbouw en samenvatten

Lesdoelen

-Aan het einde van de les kan ik een inleiding maken.

- Aan het einde van de les kan ik een duidelijk slot schrijven.

Inleiding

In de inleiding van een tekst probeert de schrijver de aandacht van de lezer te trekken. Er zijn meerdere manieren om dat te doen. 

Een schrijver kan:

- het onderwerp van de tekst noemen. 

- een belangrijke vraag over het onderwerp stellen. 

- een probleem noemen.

- een grappig of herkenbaar verhaaltje vertellen. 

- iemands persoonlijke ervaring vertellen. 

- De aanleiding noemen waardoor de tekst geschreven is - er gebeurde iets, waardoor her logisch was om nu deze tekst te schrijven.  

Voorbeelden: er is een onderzoek gedaan, er is een boek verschenen, iets is nieuws of het is een bepaalde datum, periode of seizoenen. 

Slot

In het slot rondt de schrijver de tekst af. Ook dit kan op verschillende manieren. 

Een schrijver kan:

- Een samenvatting geven.

- Een conclusie trekken.

- Antwoord geven op een belangrijke vraag.

- De oplossing voor een probleem geven.

- Een advies geven of een oproep doen.

kernzin

Een alinea is bijna altijd opgebouwd rondom een kernzin. Je hebt geleerd dan de kernzin vaak de eerste of de laatste zin van een alinea is, maar dat komt soms ook voor:

- De tweede zin van de alinea is de kernzin. De eerste zin is dan de inleidende zin.

- De kernzin staat midden in de alinea.

hoofdzaken

Om een tekst samen te vatten, ga je op zoek naar de belangrijkste informatie, oftewel de hoofdzaken  van de tekst. deze vind je in de kernzinnen.

bijzaken

Als je de hoofdzaken van de tekst hebt gevonden in de kernzinnen dan bestaat de rest uit uitleg of voorbeelden bij de kernzin. Dat zijn dan ook meteen de bijzaken  van de tekst.

hoofdgedachte

De kortste samenvatting van een tekst geef je als je de hoofdgedachte van de tekst onder woorden brengt. Om de hoofdgedachte te vinden stel je jezelf de volgende vraag: 

- Wat vertelt de schrijver over het onderwerp van de tekst? De hoofdgedachte is een zin en hey os nooit een vraag.

huiswerk

Maken opdracht 5.

Blz 104

Succes!