Zinsdelen lijdende en bedrijvende vorm

Lijdende en bedrijvende vorm 
Zinsdelen hoofdstuk 5 blz. 154 en 155

Nodig: LessonUp en het zelfstudieboekje
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lijdende en bedrijvende vorm 
Zinsdelen hoofdstuk 5 blz. 154 en 155

Nodig: LessonUp en het zelfstudieboekje

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

Grammatica hoofdstuk 5 bedrijvende en lijdende vorm

Slide 2 - Slide

Doelen:

- Ik weet wat een bedrijvende en een lijdende zin is

- Ik kan een bedrijvende zin omzetten in een lijdende zin en

   omgekeerd


1. Uitleg 

2. Oefenen in LessonUp 

3. Werken in het zelfstudieboekje.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Kijk eens naar de volgende zinnen:

a. De man koopt een computer. Het onderwerp  is in actie (bedrijvend).


b. De computer wordt door de man gekocht. Het onderwerp ondergaat het (lijdend).


Wat valt je op?

Slide 5 - Slide

De bedrijvende vorm

a. De man koopt een computer


- Deze zin is actief

- In zin a staat een werkwoordelijk gezegde, een onderwerp en

   een lijdend voorwerp

Slide 6 - Slide

De lijdende vorm

b. De computer wordt door de man gekocht (passief)

- Er veranderen dan drie dingen:
1. Het lijdend voorwerp wordt onderwerp.
2. Het onderwerp wordt een bijwoordelijke bepaling die begint

     met door.
3. In het gezegde komt een vorm van het hulpwerkwoord

     worden  te staan.

Slide 7 - Slide

Let op
 De zin moet in dezelfde tijd blijven staan als je hem in de andere vorm zet: 

Haar moeder koopt nieuwe schoenen.
Goed: De nieuwe schoenen worden door haar moeder gekocht.
Fout: De nieuwe schoenen werden door haar moeder gekocht.

Slide 8 - Slide

Geef van de volgende 5 zinnen aan in welke vorm ze staan.

Slide 9 - Slide

Je moet hem niet zo plagen.
A
bedrijvende vorm
B
lijdende vorm

Slide 10 - Quiz

Hij zal waarschijnlijk de iPhone X kopen.
A
bedrijvende vorm
B
lijdende vorm

Slide 11 - Quiz

De auto is door de man gekocht.
A
bedrijvende vorm
B
lijdende vorm

Slide 12 - Quiz

Mijn jas is meegenomen door mijn vriendin.
A
bedrijvende vorm
B
lijdende vorm

Slide 13 - Quiz

theorie lezen + aan de slag
lezen blz. 9,10 zelfstudieboekje
maken blz. 11 + 12

Slide 14 - Slide

programma
1. herhalen theorie
2. 6 oefenzinnen
3. online H5 opdr. 1 t.m 4 NN

Slide 15 - Slide

Hoe maak je een zin van bedrijvend naar lijdend?
Wat moet je dan doen?
  1. Lv wordt ow
  2. Het onderwerp van de zin komt achter 'door' te staan en vormt zo de bijwoordelijke bepaling.
  3. Bij het wg wordt een vorm van worden of zijn gebruikt (let op de tijd!)
Bedrijvend: De portier/ boeit /de bankrovers. (onvoltooid, dus worden toevoegen)
                                      ow       pv                lv
Lijdend: De bankrovers worden door de portier geboeid.  
                            ow                     hw                                          vtdw
Bedrijvend: De hovenier /heeft/ de leiboom /gesnoeid (dit is al voltooid ,dus zijn toevoegen).
Lijdend: De leiboom is door de hovenier gesnoeid.

Slide 16 - Slide

Hoe maak je een zin van lijdend naar bedrijvend?
Wat moet je doen?
bijna dezelfde stappen, maar dan omgekeerd.

  1. Het ow wordt lv
  2. Je haalt het woord 'door' weg en wat erachter staat wordt het onderwerp.
  3. Je haalt het hulpwerkwoord ('worden') weg en het voltooid deelwoord wordt de persoonsvorm.
Lijdend: De lolly's worden door Janine uitgedeeld.
                        ow             hww                                  vtdw
Bedrijvend: Janine deelt de lolly's uit.
                             ow        pv      lv               pv

Slide 17 - Slide

Onthouden van bedrijvend naar lijdend zie ook blz. 10 van je zelfstudieboekje.
Bij een onvoltooide zin (De man koopt de computer) doe je een vorm van 'worden'
Bij een voltooide zin (De man heeft de computer gekocht) doe je een vorm van 'zijn'.

Slide 18 - Slide

6 oefenzinnen
Vragen?

Slide 19 - Slide

Zet in de lijdende vorm.
Janine bakt heerlijke koekjes.

Slide 20 - Open question

Zet in de lijdende vorm.
In veel nieuwbouwwijken legt de gemeente tegenwoordig woonerven aan.

Slide 21 - Open question

Zet in de lijdende vorm.
De jongen heeft een voldoende gehaald.

Slide 22 - Open question

Zet in de bedrijvende vorm.
De kranten worden door de krantenjongen rondgebracht.

Slide 23 - Open question

Zet in de bedrijvende vorm.
Het bericht uit de Volkskrant wordt door de minister bevestigd.

Slide 24 - Open question

Zet in de bedrijvende vorm.
Ik word door de leraar ten onrechte van spieken beschuldigd.

Slide 25 - Open question

Aan de slag (=huiswerk)
Oefenen met met het omzetten van zinnen + ontleden.

Bladzijde 155
H5 Opdracht 1 t/m 4 online

Let op: opdracht 4 is herhaling. Basiskennis wordt van je verwacht.

Slide 26 - Slide