nieuwe lifter

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

De lifter

Anne Provoost

Wat viel je op in dit verhaal?
wat vond je
mooi, leuk of saai, onduidelijk?

Wat vond je HUH? in dit verhaal?
wat snapte je niet, wat vond je onduidelijk?

AHA!
Waar deed het je aan denken?
Wat kwam steeds terug?
Zag je verbanden?

Wat is een roman/verhaal?

Een prozatekst waarin 1. personages voorkomen die 2. handelingen verrichten; deze handelingen nemen een bepaalde 3. tijdsduur in beslagen staan in een bepaalde 4. tijdsvolgorde; ze spelen zich af in een 5. ruimte en een 6. historische tijd;
het geheel wordt de lezer meegedeeld vanuit een 7. perspectief.

Welke personages komen in het verhaal voor? Round/flat/type?

Wie vertelt het verhaal?

1. De lifter
2. De vrouw in de auto
3. De man in de auto
4. De moeder van de lifter

Hoe heet dit perspectief?

1. Ik-perspectief
2. Hij/zij-perspectief
3. Auctoriale verteller
4. Alwetende verteller

Welk deel vond je spannend?

Op welke manier creëert de schrijfster spanning? Geef voorbeelden.

Vind je dit een
GRIEZELverhaal?

1. JA
2. NEE

Wordt het verhaal chronologisch verteld?

Wat is de vertelde tijd van het verhaal?

Geef voorbeelden van 'open plekken' in het verhaal.

Wat kun je vertellen over de
Plaats, Tijd en Omstandigheid
waarin het verhaal zich afspeelt?

Had je deze afloop verwacht?

1. JA
2. NEE

Hoe zou het verhaal ook kunnen aflopen?

Wat je verder nog kwijt wilt over het verhaal.

Oefenen met de begrippen als voorbereiding voor je leesverslag.
Heeft het je geholpen?

1. JA
2. NEE

Wat ik me nog afvraag over het toepassen van deze begrippen....