H2C.03.03.2020.H4.Formuleren.Woorden die bijelkaar horen, bij elkaar plaatsen.

Check vooraf:
Vooraf nog vragen over de stof H4: Lezen en Woordenschat?

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Check vooraf:
Vooraf nog vragen over de stof H4: Lezen en Woordenschat?

Slide 1 - Slide

Deze les:
- 10 min. lezen
- Overhoren geleerde huiswerk.
- Nakijken: H4. WS. Rijmende uitdrukkingen opdr 4 en 5.
- Bespreken: Theorie H4. Formuleren.
- Nakijken: H4. Formuleren opd. 1.

Slide 2 - Slide

10 min. lezen.

Slide 3 - Slide

Overhoren mbv Quizlet

Slide 4 - Slide

Huiswerk nakijken:
Blz. 117  :  Opdracht 4 en 5
CHECK-IN-DUO'S
1. Vergelijk jullie antwoorden: wat is het beste antwoord? 
2. Welke antwoorden verschillen en kom je samen niet uit? 
3. De moeilijke gevallen bespreken we klassikaal.

Slide 5 - Slide

Blz. 122 Theorie: 
Woorden die bij elkaar horen, bij elkaar plaatsen.
* Vragen over de theorie?

* Check mbv Quizlet

Slide 6 - Slide

Opdracht 1 nakijken
Klassikaal.

Slide 7 - Slide

Afronding
Zijn er nog vragen?      Schrijf op:
- Wat is het belangrijkste wat je geleerd hebt?
- Wat vind je nog moeilijk?
Huiswerk:
Leren: Alle behandelde stof tot nu toe van H4 + Quizlet sets
Maken: blz. 123, opdr. 2 en 3

Slide 8 - Slide

Deze Les:
0. 10 minuten lezen
1. Geleerde werk overhoren mbv Quizlet
2. Nakijken huiswerk blz. 114-117 
OPDRACHT 1, 2, 3 (4-7), 4 en 5.

Slide 9 - Slide

Huiswerk: Opdr. 1 t/m 3 
CHECK IN DUO'S  - Per opdracht: 
                        - Leg je gemaakte huiswerk naast elkaar. 
                        - Vergelijk je antwoorden + bepaal: 
                         * Beide hetzelfde, = goed (krul) 
                         * Verschil: Wie heeft het goede antwoord? (krul) 
                         * Waar kom je niet uit? (vraagteken) - klassikaal

Slide 10 - Slide

Theorie Spelling H4
- Je krijgt 2 minuten om de theorie te bestuderen. 
                - Daarna krijg je 1 minuut om de stof aan je buurvrouw                        uit te leggen. 
- Vervolgens moet je het samen aan de klas kunnen uitleggen. 

Slide 11 - Slide