‹Return to search

Lección 11: Frases compuestas y conectores

1 / 26
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

We starten in 5 minuten met de les.

Slide 2 - Slide

Lesprogramma
¿Qué vamos a hacer hoy?
A. Opstarten: les en absentie
B. Oefenen: Vocabulario
C.  Doornemen: Contectores (structuurwoorden)
D. Afsluiting


Slide 3 - Slide

Lesprogramma
Después de la clase..

Leerdoel voor  conectores 

R: De leerling kan veelvoorkomende verbindingswoorden herkennen en benoemen in eenvoudige zinnen en teksten.
T1: De leerling kan eenvoudige verbindingswoorden correct gebruiken om korte zinnen met elkaar te verbinden..
T2: De leerling kan verschillende soorten verbindingswoorden toepassen om een samenhangende tekst te schrijven of mondeling een verhaal logisch op te bouwen.
I:De leerling kan kritisch nadenken over het gebruik van verbindingswoorden en bewust kiezen welke het meest geschikt is in een bepaalde context.

 

Slide 4 - Slide

Los deberes para la próxima clase: 
Los deberes para la próxima clase:

Maken: Opdracht 41 a, c, d en e pagina 91 en 92
Leren: Hoofdstuk 3 en 4 
https://quizlet.com/user/JDW-SP/folders/hoofdstuk-3-leerjaar-4?funnelUUID=63bc6485-c119-4d1b-b5bd-1b791b851802




Slide 5 - Slide

Registro de asistencia

Slide 6 - Slide

pagina 52
Vocabulario: 
Herhalen Bron C,B en D

Slide 7 - Slide



Wat: Betekenissen zoeken van 10 woorden uit het woordenlijst. 
Hoe: In groepjes van twee of individueel 
Waar: In je JDW-map
Hulpmiddel: Reporteros tekstboek

Klaar?
Kies 2 woorden en maak 2 zinnen.
Gebruik: mijnwoordenboek.nl 
¡A practicar! 
  1. el desorden
  2. estar cansado
  3. el estómago
  4. evitar
  5. la fiebre
  6. la garganta
  7. girar
  8. la fractura
  9. la herida


























Slide 8 - Slide

pagina 52

Slide 9 - Slide

 Gramática D p. 91-92
Frases compuestas y conectores


Slide 10 - Slide

Estructura de la oración 
Pero primero... la estructura de una oración española.
Tijdsbepaling
of plaatsbepaling
Onderwerp
gezegde
lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Tijdsbepaling
 of 
Plaatsbepaling
Mañana               Ana                      visita                  a su abuela             en Toledo.
Ayer                      (yo)                       comí                  una manzana        en el colegio
  • ¿Tú puedes hacer una frase?
  • Inspiración: beber, bailar, preguntar, ver...

Slide 11 - Slide

Frases compuestas
Tijdsbepaling
of plaatsbepaling
Onderwerp
gezegde
lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Tijdsbepaling
 of 
Plaatsbepaling
Ayer                      (yo)                       comí                  una manzana        en el colegio
Ayer yo comí una manzana en el colegio, porque tenía hambre durante la clase.

hoofdzin: Ayer comí una manzana
bijzin: porque tenía hambre durante la clase

Slide 12 - Slide

Frases compuestas
Tijdsbepaling
of plaatsbepaling
Onderwerp
gezegde
lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Tijdsbepaling
 of 
Plaatsbepaling
Ayer                      (yo)                       comí                  una manzana        en el colegio
Ayer (yo) comí una manzana en el colegio, porque tenía hambre durante la clase.

Hoofdzin: Ayer comí una manzana
Bijzin: porque tenía hambre durante la clase

Slide 13 - Slide

Tipos de conectores
de causa
geven oorzaak/reden aan
de tiempo
geven aan wanneer iets gebeurt
de consecuencia
geven een gevolg (consequentie) aan
de argumento
geven een verduidelijking van wat er in de zin staat
de oposición
geven een tegenstelling aan

Slide 14 - Slide

           conectores de causa
                 Structuurwoorden  

    


Ayer (yo) comí una manzana en el colegio, porque tenía hambre durante la clase.

Yo tengo dolor de cabeza debido al/ por culpa del estrés del trabajo.


  •     a causa de - door
  •     como - doordat
  •     debido a - door
  •     gracias a - dankzij
  •     por culpa de - door toedoen van
  •     porque - omdat, doordat
geven oorzaak/reden aan

Slide 15 - Slide




Yo estudiaba en la biblioteca mientras escuchaba música.

Yo no sabía qué hacer cuando vi la noticia
conectores de tiempo
      Structuurwoorden  
  • después de (que) - na 
  •  cuando - wanneer, toen, als
  • luego - daarna
  • mientras (que) - terwijl
  • antes de (que) - voor(dat)
  • finalmente - uiteindelijk 
geven aan wanneer iets gebeurt

Slide 16 - Slide

           conectores de consecuencia 
                 Structuurwoorden  

    


No me sentía bien, por eso/ por consiguiente decidí quedarme en casa.


Este libro es para aprender a cocinar.
  • así que - zodat
  • para (inf) - om
  • por eso - daarom
  • por lo tanto - daarom
  • de manera que - op die manier dat
  • por consiguiente - dus  
geven een gevolg (consequentie) aan

Slide 17 - Slide




Ella canta como una profesional.

Me gustan los deportes de equipo, por ejemplo, el fútbol y el baloncesto.
conectores de argumento
      Structuurwoorden  


además - bovendien
a saber - te weten 
en cuanto a - wat betreft
es decir - dat wil zeggen
como - zoals
por ejemplo - bijvoorbeeld 
geven een verduidelijking van wat er in de zin staat

Slide 18 - Slide

           conectores de consecuencia 
                 Structuurwoorden  

    
  • a pesar de (que) - ondanks (dat)
  • aunque - hoewel
  • sin embargo - toch
  • pero - maar
  • en cambio - daarentegen
  • no obstante - desondanks 
Estaba lloviendo, sin embargo, decidimos salir a caminar.



Yo prefiero el verano, en cambio, mi hermano prefiere el invierno.

Slide 19 - Slide


Este periódico se lee mucho, [porque] es muy informativo

[porque] es un conector ...
A
... de tiempo
B
... de oposición
C
... de causa
D
... de consecuencia

Slide 20 - Quiz


[Antes de] la clase de hoy, todo el mundo sabía lo que era un conector.

[Antes de] es un conector ...
A
... de consecuencia
B
... de argumento
C
... de oposición
D
... de tiempo

Slide 21 - Quiz


Voy a salir a correr, [aunque] está lloviendo.

[aunque] es un conector ...
A
... de causa
B
... de consecuencia
C
... de argumento
D
... de oposición

Slide 22 - Quiz


TikTok es un medio de comunicación muy popular, [es decir] millones de
 personas lo usan.

[es decir] es un conector ...
A
... de causa
B
... de consecuencia
C
... de argumento
D
... de tiempo

Slide 23 - Quiz

¡A practicar!
  Opdracht: 41 a, c, d en e pagina 91 en 92
Kijk- en luisteropdrachten:
Maken: 
- Opdracht 3 a/ 3b p.8 
- Opdracht 14 a / 14 b p. 21
-
Klaar ? 
Voc opdrachten:
Maken: 
Opdracht 4 p. 9
 Opdracht 7 p. 12
 Opdracht 15 p. 21

Slide 24 - Slide


Wat heb je van 
deze les geleerd?

Slide 25 - Open question


Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

More lessons like this

Conectores

- Lesson with 13 slides
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

5V wo 29-11-23

- Lesson with 12 slides
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

V5 les 9

- Lesson with 21 slides
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Conectores

- Lesson with 13 slides
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

5V wo 29-11-23

- Lesson with 12 slides
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Vincent van Gogh: Verdadero o falso

- Lesson with 35 slides by Van Gogh Museum
ArtPrimary EducationAge 10-13
Van Gogh MuseumVan Gogh Museum

Conectores

- Lesson with 18 slides
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Ana Frank, la Casa de atrás

- Lesson with 13 slides by Anne Frank House
HistoriaHistory+1Primary EducationAge 10-12
Anne Frank HouseAnne Frank House