Het ancien régiem §3.2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

§3.2 Het ancien régiem

9-02-2024

Lesdoelen

1. Ik ken de verschillende standen van een standenmaatschappij.
2. Ik weet welke voorrechten de adel en de geestelijken wel hadden en het "gewone" volk niet hadden in Frankrijk.
3. Ik weet wat het "ancien régiem" is en wie Lodewijk XVI was.

Frankrijk en de 

standensamenleving

• Drie standen (geboorte bepaald)​
  
• De eerste en tweede standen waren minder dan 2 procent van de bevolking.​
  
• Derde stand deed het zware werk, kregen hier weinig voor terug en moesten veel belasting betalen.​
  
• Veel verschil in de derde stand tussen burgers (Bourgeoisie) en boeren.​
  

​

Voorrechten

• Eerste en tweede stand hadden allerlei privileges (voorrechten).​
  
• Hoefden geen belasting te betalen en hadden een eigen rechtbank.​
  
• Bezaten veel grond​
  
• Herendiensten (één of meer dagen onbetaald werken)                                    Dit was geen voorrecht voor de 1ste en 2de standen maar een plicht voor de 3de stand.

Het volk

• De derde stand​
  
• < 98% van de bevolking​
  
• Betaalden wel belasting en kregen zwaardere straffen dan de andere standen.​
  
• Door hoge belasting op voedsel en mislukte oogsten kwamen veel arme boeren in de problemen.​
  
• De rijke burgers wilden meer te zeggen hebben in het bestuur.

Verschillen in de derde stand

• Bovenste laag: Bourgeoisie, de rijke burgerij (kooplieden, advocaten, professoren, rechters en bankieren)
• Tweede laag: ambachtslieden, winkeliers  (Steden)
• Onderste laag: arme loonarbeiders & boeren

Het ancien régiem

• Lodewijk XVI​
  
• Bestuurde vanuit Versailles met hulp van de adel en de geestelijken. (ancien régime of oude regiem)​
  
• Franse bestuur dreigde in 1788 failliet te gaan door schulden en rente.​
  
• Riep voor het eerst in 175 jaar in mei 1789 de Staten-Generaal bijeen.​
  
• Derde stand hoopte op verandering, maar er ontstond ruzie.

Wat waren de verschillende standen van een standensamenleving?

Hoeveel procent van de Franse bevolking viel onder de derde stand?

Welke voorrechten hadden de adel en geestelijken?

Waarom werd het Franse bestuur het "ancien régiem" benoemd?

Aan de slag!

• Maken Opdrachten 1, 4 en 6
• Vwo: 3, 4 en 5