4H herhalingsles 1 Genetica alles herhalen

1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Programma
  • Uitleg, opdracht, nakijken --> monohybride kruising, x-chromosomale kruising, multiple allelen, letale factoren, gekoppelde overerving en intermediaire kruising.  
  • Afsluiting 

Leerdoel:
Aan het einde van de les kan je de verschillende soorten kruisingen uitleggen en toepassen.

Slide 2 - Slide

Monohybride kruising
Een monohybride kruising onderzoekt de overerving van één eigenschap. 
Bijvoorbeeld: de kleur van bloemen (paars of wit).

Voorbeeld: 
Kruising tussen een homozygote paarse bloem (AA) 
en een homozygote witte bloem (aa).

Alle nakomelingen --> heterozygoot en paarse bloemen.

Slide 3 - Slide

Monohybride kruising vraagstuk
In een tuin groeien er bloemen die paars (A) of wit (a) kunnen zijn. Een tuinier kruist een heterozygote paarse bloem met een witte bloem.


--> Maak een kruisingsschema voor deze kruising.
Wat zijn de genotypen en fenotypen van de nakomelingen?

Slide 4 - Slide

Monohybride kruising antwoord
In een tuin groeien er bloemen die paars (A) of wit (a) kunnen zijn. Een tuinier kruist een heterozygote paarse bloem met een witte bloem.




Genotypen nakomelingen (F1) --> Aa en aa
Fenotypen F1 --> 50% paars en 50% wit


Paars = dominant = A
wit =  recessief

Slide 5 - Slide

Intermediaire kruising
Bij intermediaire kruisingen resulteert de homozygote toestand in een mengvorm van de twee allelen. Bijvoorbeeld bloemkleur of rood-wit gevlekte koeien:

AwAw -->Deze koe is wit
AwAr --> Deze koe is rood-wit gevlekt
ArAr -->  Deze koe is rood


Slide 6 - Slide

Intermediaire kruising vraagstuk
Bij leeuwenbekken is de bloemkleur intermediair. Een rode bloem (Ar) wordt gekruist met een witte bloem (Aw). Een heterozygoot genotype resulteert in roze bloemen. 

Een leeuwenbek met rode bloemen wordt gekruist met een leeuwenbek met witte bloemen.  
--> Wat is het genotype van de nakomelingen?
--> Wat is het fenotype van de nakomelingen?


Slide 7 - Slide

Intermediaire kruising antwoord
Bij leeuwenbekken is de bloemkleur intermediair. Een rode bloem (Ar) wordt gekruist met een witte bloem (Aw). Een heterozygoot genotype resulteert in roze bloemen. 

                                                                                               AwAw -->wit
                                                                                               AwAr --> roze
                                                                                               ArAr -->  rood


Genotype nakomelingen: ArAw
Fenotype nakomelingen: 
100% roze

Slide 8 - Slide

X-chromosomale kruising
X-chromosomale kruisingen betreffen genen die op het X-chromosoom liggen. Bijvoorbeeld kleurblindheid.

Voorbeeld: 
Kruising tussen een kleurblinde man (XaY) 
en een vrouw die draagster is (XXa).

Slide 9 - Slide

X-chromosomaal vraagstuk
Kleurblindheid is een X-chromosomale eigenschap die recessief overerft. Een kleurblinde man (XaY) trouwt met een vrouw. De vrouw heeft dit gen ook, maar vertoont de afwijking niet. Ze krijgen samen een zoon.

--> Hoeveel groot is de kans dat de zoon kleurenblind is? 

Slide 10 - Slide

X-chromosomaal antwoord
Kleurblindheid is een X-chromosomale eigenschap die recessief overerft. Een kleurblinde man (XaY) trouwt met een vrouw. De vrouw heeft dit gen ook, maar vertoont de afwijking niet. 
Ze krijgen samen een zoon.
--> Hoeveel groot is de kans 
dat de zoon kleurenblind is? 

50% 

Slide 11 - Slide

Multiple allelen
Sommige eigenschappen worden bepaald door meer dan twee allelen. Bijvoorbeeld, bloedgroepen (A, AB, B, O).

Voorbeeld: Kruising tussen een ouder met 
bloedgroep A (IAi) en een ouder met 
bloedgroep B (IBi).

Slide 12 - Slide

Multipele allelen vraagstuk
De ouders van Peter hebben bloedgroep A en B. Peter heeft bloedgroep B. De ouders van Marit hebben bloedgroep A en 0. Marit heeft bloedgroep A. Peter en Marit trouwen en krijgen samen een kind. Hoe groot is de kans dat hun kind bloedgroep B heeft?









Slide 13 - Slide

Multipele allelen antwoord
De ouders van Peter hebben bloedgroep A en B. Peter heeft bloedgroep B. De ouders van Marit hebben bloedgroep A en 0. Marit heeft bloedgroep A. Peter en Marit trouwen en krijgen samen een kind. Hoe groot is de kans dat hun kind bloedgroep B heeft?






                                                             
                                                             25%


Peter krijgt IB en i van zijn ouders. 
Marit krijgt IA en i van haar ouders.

Slide 14 - Slide

Letale factoren 
Sommige genen kunnen dodelijk zijn als ze in homozygote vorm voorkomen. Bijvoorbeeld bij staartloze katten. De eigenschap staartloos is het gevolg van het dominante gen A. Homozygote staartloze jongen (AA) zijn niet levensvatbaar. Ze sterven voor de geboorte. 

Staartloze katten hebben 
dus altijd het genotype Aa.

Slide 15 - Slide

Letale factoren vraagstuk
Bij muizen is de gele kleur (A) dominant, maar homozygote gele muizen (AA) zijn niet levensvatbaar. Twee gele muizen worden gekruist.

--> Hoe groot is de kans op levende gele muizen bij een kruising tussen 2 gele muizen?

Slide 16 - Slide

Letale factoren antwoord
Bij muizen is de gele kleur (A) dominant, maar homozygote gele muizen (AA) zijn niet levensvatbaar. Twee gele muizen worden gekruist.
--> Hoe groot is de kans op levende gele muizen bij een kruising tussen 2 gele muizen?

67% of twee derde


Uitleg:
Beide ouders moeten wel A hebben om 
geel te zijn en moeten beide 
ook a hebben om te blijven leven.

X
AA = letaal
Aa = geel
aa = een andere kleur muis

Slide 17 - Slide

Gekoppelde overerving
Genen die dicht bij elkaar liggen op hetzelfde chromosoom worden vaak samen overgeërfd. Bijvoorbeeld:
kleur en vorm van erwten.

Voorbeeld: 
Kruising tussen een ouder met 
ronde, gele erwten (AABB) en 
een ouder met gerimpelde, groene erwten (aabb).

Slide 18 - Slide

Gekoppelde overerving vraagstuk
Bij erwtenplanten zijn de genen voor kleur (geel of groen) en vorm (rond of gerimpeld) gekoppeld. Een plant met ronde, gele erwten (AABB) wordt gekruist met een plant met gerimpelde, groene erwten (aabb).

--> Wat zijn de genotypen en fenotypen van de nakomelingen?


Slide 19 - Slide

Gekoppelde overerving vraagstuk
Bij erwtenplanten zijn de genen voor kleur (geel of groen) en vorm (rond of gerimpeld) gekoppeld. Een plant met ronde, gele erwten (AABB) wordt gekruist met een plant met gerimpelde, groene erwten (aabb).

Wat zijn de genotypen en fenotypen van de nakomelingen?

Alle nakomelingen zijn heterozygoot (AaBb) 
en hebben ronde, gele erwten.

Slide 20 - Slide

Huiswerk

Bekijk de uitlegvideo's en oefen met de kruisingen die je lastig vindt. 

Herhalen en/of extra oefenen

Playlist uitlegvideo's

Slide 21 - Slide