This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Planning
vragenlijst ingevuld?
lessen na de vakantie :-)
wijzingen bij het examen
uitleg lastige opgaven
Slide 1 - Slide
Planning na de vakantie
1e week behandelen en afronden H18
vrijdag 8 januari: oefentoets H13 en H14
2e week di en don: herhalen H9 en H10
vrijdag 15 januari voorbereiden SE
Slide 2 - Slide
uitleg lastige opgaven
6c en 7d: Gini index doen we niet
12a en b: bereken de verhouding voor en na de verhoging 12c door de progressieve inkomstenbelasting gaat Rawati procentueel meer belasting betalen, het aandeel van de inhoudingen wordt dus groter 12d bepaal eerst de lijnen die je makkelijk kunt vinden. voor A en E: bedenk in welke van de situaties de verdeling gelijker is
Slide 3 - Slide
H18 Economie internationaal
Handelen met het buitenland
Slide 4 - Slide
Leerdoelen
Je kunt de volgende begrippen uitleggen:
import
export
handelsbalans
betalingsbalans.
Je kunt de import- en exportquote berekenen.
Je kunt het verschil uitleggen tussen een open en gesloten economie.
Slide 5 - Slide
Internationale handel
Het kopen van of verkopen aan bedrijven in het buitenland. Internationale handel bestaat dus uit het in- en uitvoeren van goederen en diensten
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Import
Import: er gaat geld naar het buitenland, we kopen iets.
Bijvoorbeeld: We voeren bananen in. Ed Sheeran geeft een concert in de Ziggo Dome. Jullie gaan op schoolreis naar Berlijn.
Slide 8 - Slide
Export
Export: Het buitenland betaalt ons geld, we verkopen iets.
Bijvoorbeeld : Een Nederlands baggerbedrijf baggert in Dubai. Ed Sheeran drinkt Jenevertjes en fiets door Oost. We verkopen Beemsterkaas aan Duitsland.
Slide 9 - Slide
Nederlanders houden graag vakantie in het buitenland. Als ze met een buitenlandse vliegmaatschappij reizen dan is er sprake van:
A
export van goederen.
B
export van diensten.
C
import van goederen.
D
import van diensten.
Slide 10 - Quiz
Open economie
Nederland heeft een open economie
Of Nederland naar verhouding veel met het buitenland handelt kun je meten m.b.v. de export- en importquote.
Slide 11 - Slide
Import- en exportquote
Het percentage van de totale importwaarde of exportwaarde ten opzichte van het nationaal inkomen.
Slide 12 - Slide
Het nationaal inkomen van een land is € 785 miljard. De importwaarde is € 456 miljard. Bereken de importquote.
Slide 13 - Open question
In een land is de waarde van de totale uitvoer € 150 miljard. Het nationaal inkomen is € 405 miljard. Bereken de exportquote.
Slide 14 - Open question
Wat heb je geleerd?
Slide 15 - Slide
Import of export? Ik ben op vakantie in Frankrijk.
A
import
B
export
Slide 16 - Quiz
Import of export? DSM verkoopt plastic aan Duitsland.
A
import
B
export
Slide 17 - Quiz
Hoe gaan de stromingen bij import en export?
import
export
geld van Nederland naar het buitenland
geld naar Nederland vanuit het buitenland
Slide 18 - Drag question
Wat zijn kenmerken van een land met een open economie?
A
Weinig invoer (import) en uitvoer (export) in verhouding tot de productie.
B
Veel invoer (import) en veel uitvoer (export) in verhouding tot de productie.
Slide 19 - Quiz
Het voordeel van import voor de Nederlandse consument is ...