Het gezicht spreekt boekdelen deel 2

• gedragswetenschappen

1.2. Emoties als cultuurdragers

Bestaat er zoiets als een universele emotionele gelaatsexpressie?

Onze gezichtsuitdrukkingen zijn niet zomaar erfelijk. (behalve misschien lachen en huilen)

Er zijn een aantal universele emotionele neigingen die in de meeste culturen aan een (basis)emotie worden gekoppeld en die- in de meeste omstandigheden- universeel herkend worden.

Zie didactiesche wenken p 6

1.2. Emoties als cultuurdragers

Hoe emoties ontstaan en worden doorgegeven is voor een groot deel gevolg van socialisatie in een bepaalde sociale groep (denk bijvoorbeeld aan een gezin of vriendengroep) of culturele groep.

Als kind leerde je welke emoties 'gepast' zijn en welke niet.

1.2. Emoties als cultuurdragers

We lezen even de voorbeeldjes.

Uitingsregels: dit zijn informele regels die voorschrijven hoe er binnen de groep moet worden omgegaan met het uiten van verdriet, blijdschap, woede,...

--> kunnen verschillen binnen bepaalde culturen maar ook tussen sociale groepen.

Opdracht 3 p 47

In de tabel vind je nogmaals de 6 zogenaamde basisemoties.

Wanneer kon je bepaalde emoties niet of minder sterk uiten.

Opdracht 4 a,b,c

Ga op onderzoek.

Toon aan dat emoties in verschillende culturen anders worden geuit.

We lezen even de opdracht

(materiaal nog in google classroom plaatsen)

Bruikbare links:
http://www.jilster.nl/posterpresentatie-maken
http://ict-idee.blogspot.be/2011/03/14-een-poster-maken-met-glogster.html

2. Meer dan woorden: de rol van het lichaam en de lichamelijkheid in relaties.

2.1. Mijn relatie tot de ander.

Opdracht 5: communicatie

deel 2 zie didactische wenken p 7

2. Meer dan woorden: de rol van het lichaam en de lichamelijkheid in relaties.

2.1. Mijn relatie tot de ander.

We communiceren altijd.

We communiceren digitaal en analoog.

Digitale communicatie maakt gebruik van tekens die overeengekomen zijn, zoals oorden, symbolen, geijkte gebaren,...

Analoge communicatie tekens die niet door conventie vastgelegd zijn en die men niet altijd bewust hanteert (vb lichaamstaal)

Niet alleen het gesproken woord, ook wel digitale communicatie genoemd, maar ook niet-verbale, analoge uitingen, zoals lachen en wegkijken, hebben een boodschap. De digitale communicatie is gericht op de inhoud en de analoge communicatie zegt meer over de betrekking/relatie.

Opdracht 6

Hoe maak jij contact met anderen?

De functie van non-verbaal communicatiegedrag hoef je nu nog niet in te vullen.

Opdracht 7

Hoe zetten we ons lichaam in in sociaal contact...

a en b

2. Meer dan woorden: de rol van het lichaam en de lichamelijkheid in relaties.

2.1. Mijn relatie tot de ander.

Je zet je lichaam zeer snel in bij sociaal contact.

3 componenten:

* gedragsmatig component.
* fysiologisch component.
* mentale component.

2. Meer dan woorden: de rol van het lichaam en de lichamelijkheid in relaties.

2.1. Mijn relatie tot de ander.

Gedragsmatig component van emoties:
Geeft weer hoe we ons lichaam gebruiken in interacties waarbij onze reactie door de ander duidelijk zichtbaar is.
voorbeeld: gelaatsuitdrukking.

Het uiten van emoties werkt productief: het verhoogt de sociabiliteit.

Opdracht 8

Lees onderstaande voorbeelden en vul de tabel aan.

	Thomas	Fien	Renée en Leonie
emotie	ergernis/ boosheid?	blijdschap	liefde
gedrags	vuisten ballen	ze had zin om haar geluk uit te schreeuwen	knuffels geven, verliefd kijken
cognitief	gedachten	glimlach	gedachte dat er geen mooiere meid bestaat
fysiologisch	gezicht loopt rood aan	hartslag stijgt

7 functies van non-verbale communicatie:

Herhaling van de verbale communicatie.
Vervanging van de verbale communicatie.
Affectieve ondersteuning van de verbale communicatie.
Informatie over de onderlinge relatie.
Beklemtonen van de verbale communicatie.
Structureren en reguleren van de verbale communicatie.

Opdracht

Opdracht 9. Link elk voorbeeld aan de passende functie van non-verbale communicatie.

Opdracht 10

Lees de situaties bij opdracht 6 opnieuw en beslis welke functie van non-verbale communicatie er bedoeld wordt.

2.2  Mijn relatie tot lichamelijkheid.

Opdracht 11.

Lees de opdracht in stitlte

Noteer je antwoord (kaartje lkr)

2.2. Mijn relatie tot lichamelijkheid.

UITERLIJK... Het eerste wat we waarnemen.

Voorstellingen (stereotypen) of gevoelens (vooroordelen).

Stroken vaak niet met de werkelijkheid.

2.2. Mijn relatie tot lichamelijkheid.

AANTREKKELIJKHEID...

Blijft zeer belangrijk. Elke samenleving is gefixeerd op uiterlijke schoonheid.

2.2. Mijn relatie tot lichamelijkheid.

2.2.1. Schoonheidsidealen.

Opdracht 12.

2.2.1. Schoonheidsidealen

Zeer afhankelijk van persoon tot persoon.

Maar toch zijn er een aantal kenmerken die door de meeste mensen als aantrekkelijk ervaren worden.

Onze schoonheidsvoorkeuren zijn cultureel bepaald.

EVOLUTIONAIR VOORDEEL...

Opdracht

Opdracht 13

	Bij vrouwen	Bij mannen
Evolutionaire link	Gezondheid en vruchtbaarheid	Bescherming, zorg voor kinderen;
	*jeugd: vrouw meest vruchtbaar tussen 20-24 *rond achterwerk: zou wijzen naar een goede gezondheid van de vrouw om het kind groot te brengen. * rode lippen: bij seksuele opwinding kleuren de lippen roder. *Heup-taille verhouding: zandloperfiguur. * blozende huid, zonder rimpels, witte tanden, gladde benen, glanzend haar --> vrucbtbaarheid * symmetrisch gezicht meest vruchtbaar.	* statussymbolen: hoge positie (aktetas, pak) kunnen verwijzen naar meer financiële mogelijkheden. * mature uitstraling: geen babyface. * grote mannen: lengte wordt vaak in verband gebracht met positie. * gespierd en brede schouders --> betere gezondheid/fitheid. Maar ook niet al te gespierd --> agressiviteit, oneerlijkheid,... * gespierde billen:goed voor de seks. * Haar: wat borsthaar en hoofd- e beenhaar genieten de voorkeur. (link met mannelijkheid). Maar ook niet teveel --> > testosteron --> agressief,...

2.2.1 Schoonheidsidealen

Wat wij vandaag als mooi ervaren is niet altijd zo geweest.

Afhankelijk van cultuur tot cultuur

2.2.2. Aantrekking: natuur of cultuur?

OPDRACHT 14

Nog in google drive te plaatsen

Charles Darwin

'It is vertainly not true that there is in the mind of man any universal standard of beauty with respect to the human body'

Was de eerste die deze discussie aansneed. Er ontstonden 2 visies.

Socioculturele visie

* Schoonheid wordt bepaald door de cultuur waarin je leeft.

--> Er bestaat geen algemene omschrijving van een aantrekkelijk persoon.

Bewijs van deze visie:
* schoonheidsidealen die cultureel verschillend zijn.
* schoonheidsidealen die tijdsgebonden zijn

Sociobiologische visie:

* Schoonheid is universeel en ligt vast in onze natuur.

--> iedereen voorkeur voor uiterlijk dat gezondheid, jeugdigheid en vruchtbaarheid uitstraalt.

--> ook gelijkenissen met andere diersoorten.

Demond Morris

* hofmakerij onder dieren kan het best begrepen worden door het analyseren van het lichaamsgedrag dat leidt tot het zich binden aan een potentiële partner.

* aantal stappen

Desmond  Morris

1. Potentiële partner vinden. (geuren, geluiden, visuele kenmerken)

2. Behoort de partner tot de eigen soort en is deze qua geslacht en leeftijd geschikt.
3. Het mannetje moet de partner lokken en daarna prikkelen.

4. De seksuele opwinding moet gesynchroniseerd worden.

Opdracht 15

Opdracht 15

A: het vinden van een potentiële partner:

Parfum gebruiken, zich opvallend gedragen, op je kledij letten wanneer je op zoek gaat naar een partner.

Opdracht 15

B: Het vinden van een soortgenoot:

Een bepaalde kledingstijl geeft interesses en voorkeuren prijs. Signalen van jeugdigheid zijn gave en naakte huid. (make-up, scheren,...)
Ook mannen  scheren zich vaker (schoonheidsideaal media)

Opdracht 15

C: Het lokken en het prikkelen van een partner:

Opvallen in lichaamstaal, maar ook in uiterlijk.

Opdracht 15

D: Het synchroniseren:

Typerend zijn de 'moves' waarbij de ene partner de andere partner steeds dichter tracht te benaderen.

De klassieke  openingszinnen of het vriendelijk aanbieden van een drankje.