Introduction to English - 8

Introduction to English, Kim de Laaf
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Introduction to English, Kim de Laaf

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

last time....?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Last time
  • Taalblokken 05: Is it important, or just a detail?
  • Quick recap: Present simple, present continuous
  • Started with:
  • Past simple
  • Present perfect
today March 24th
  • Taalblokken 06: Is that a fact?
  • Work on in Taalblokken:
  • Past simple
  • Present perfect
  • Future?
Taalblokken
- 0-meting R+L staat op dashboard (click SWEPVO) DO IT.
- Je 0-meting resultaat laat zien wat je mag overslaan op de leerroute voor reading & listening. Open for the last time!
- Je leerroute maak je zelf buiten de lessen om.
- Tijdens de lessen maken we grammatica opdrachten.
- De test yourself+ assessments maak je zelf/ plan je bij mij in.
- Tijdens de les is er ruimte voor vragen .

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

I wrote a letter yesterday.
A
past perfect
B
present perfect
C
past simple
D
present continuous

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Yesterday, he walked to school.
exercise 8+9+10+11+12

Slide 7 - Slide

Je gebruikt de verleden tijd (past simple) als je het over het volgende hebt:
• iets plaats vond in het verleden op een specifieke tijd
• wanneer een vraagzin begint met When
• wanneer de inhoud van de zin een duidelijke verleden aantoont
 Vaak staat er ook een indicatie van tijd in de zin zoals, yesterday, ago, last etc.
Regelmatige werkwoorden (regular verbs): werkwoord + ed
Werkwoorden die eindigen op een -e krijgen alleen de -d er nog achter.
Werkwoorden die eindigen op een -c veranderen in -ck +ed.

+Let op! Als het ww eindigt op een medeklinker +y dan veranderd de -y in -ied.
Voorbeeld: study. De ‘d’ is een medeklinker dus: study-y=stud +ied.
Het wordt dus: Yesterday, I studied English.
Bij een aantal korte ww van 1 letergreep met een korte klinker ( a e i o u) zoals stop and grab wordt de medeklinker verdubbeld

+Als het woord eindigt op een -y met daarvoor een klinker: stay, kan er gewoon -ed achter;
Het wordt dus: She stayed with us last weekend.
Onregelmatige werkwoorden (irregular verbs): 2de rij
I have lived here since 2017.
A
past perfect
B
present perfect
C
past simple
D
present continuous

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

I have broken my leg. (And now I can't walk)

exercise 13+14+15+15+17

Slide 9 - Slide

► Present perfect:
Je gebruikt de present perfect als de zin iets over het verleden zegt en ook nu nog bezig is of nu nog invloed heeft. ... --> present perfect --> Het is gebeurd (voltooid) en heeft ook nu nog invloed.

► Present perfect: I have helped, she has worked
In het Nederlands gebruik je vaak een vorm van hebben + een voltooid deelwoord. Die vorm gebruik je als je praat of schrijft over iets wat al is gebeurd:

Ik heb meegeholpen bij dat feestje.
Gertjan heeft zijn kamer opgeruimd .

In het Engels kan dat ook. Je gebruikt dan de present perfect.
De present perfect bestaat uit have + een voltooid deelwoord.
Het voltooid deelwoord maak je meestal met het hele werkwoord + ed .
OF 3e rijtje irregular verbs.

present simple; (hele werkwoord/ SHIT +s/ es, past simple (ww+ed of onregelmatig) of present continuous ?(iets is nu aan het gebeuren; vorm van 'to be'+ ww +-ing)
Als je niet zeker weet wanneer je welke moet gebruiken:
Vraag jezelf af:

1. Is het op dit moment aan de gang?
Ja: present perfect. Nee: zie vraag 2.
2. Gaat het over ervaringen tot nu toe?
Ja: present perfect. Nee: zie vraag 3.
3. Is het resultaat van de actie nu merkbaar?
Ja: present perfect. Nee: past (verleden tijd +ed of onregelmatig ww in verleden tijd.) / present simple (SHIT +s)
I will help you with your homework.


ex. 18

Slide 10 - Slide

Als je wilt zeggen dat iets nog gaat gebeuren, gebruik je de toekomende tijd.
Er zijn twee manieren om dat te doen: met will (Er is geen bewijs voor) 
of met am / is / are going to . (Hier is wel bewijs voor; iets staat vast te gebeuren)

► Will: I will help, you will talk, she will work -> Voorspelling waar je geen bewijs voor hebt.
> We are going to France, we have arranged our stay. 

Next time: March 31st
- DIY: 07: Read between the lines
- Together: Toekomende tijd: ex. 18-21, hulp ww + ontkennend maken: ex.22- 27
- If you have any topics/ language / culture-related topics you would like me to explain or discuss in the group, please send the topic to me before the next session so we can look at it together! :D

Slide 11 - Slide

This item has no instructions