3.1 Lichtbreking deel 2

Lichtbreking
Voorbereiding
H3:1 Lichtbreking
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Lichtbreking
Voorbereiding
H3:1 Lichtbreking

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Uitleg paragraaf H3.1 Lichtbreking
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting/Vragen H3.1

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Lichtbreking
Licht verandert van richting.

b.v. potlood in een glas water

Slide 4 - Slide

Hoek van inval 
Dit is de hoek tussen de normaal
 en de invallende lichtstraal. 
In dit  geval 40°.

Slide 5 - Slide

Hoek van breking 
Dit is de hoek tussen de normaal
 en de gebroken lichtstraal. 

Slide 6 - Slide

Lucht naar glas
Als licht naar een optisch dichtere stof gaat breekt het naar de normaal toe. De hoek van 
breking is dan kleiner 
dan de hoek van inval.

Slide 7 - Slide

Glas naar lucht
Als licht naar een optisch minder dichte stof gaat breekt de lichtstraal
van de normaal af.
Hoek r is groter dan 
hoek i.

Slide 8 - Slide

Loodrecht
Als  een lichstraal 
loodrecht invalt, verandert
deze niet  van richting

Slide 9 - Slide

Teken het vervolg van de lichtstraal

Slide 10 - Slide

Volledig teruggekaatst
Bij 45 graden wordt het lichtstraal volledig teruggekaatst.
Dan geldt de spiegelwet.

Slide 11 - Slide

Lichtbreking bij een lens

In een vergrootglas zit een lens van glas/ kunststof 

De lens verandert stralen van richting (centreren)

Slide 12 - Slide

Brandpunt
Voordat ze op de lens vallen zijn ze evenwijdig aan de hoofdas.

Dan bewegen ze naar elkaar toe, naar een punt, het brandpunt (F) (focus).

Slide 13 - Slide

Brandpuntafstand
Afstand van het midden van de lens en het brandpunt is de brandpuntafstand (f). Hoe kleiner de brandpuntafstand (f) hoe sterker een lens licht breekt.

Slide 14 - Slide

Hoe breekt licht in een lens

Slide 15 - Slide

Opdrachten maken
  • Wat: lees paragraaf 3.1 op blz. 104 t/m 106 en maak opgaven 1 t/m 4 op blz. 108.. 
  • Hoe: helemaal stil! 
  • Hulp: Geen
  • Tijd: 15 minuten lang
  • Huiswerk: opdrachten 5 t/m 10 op blz. 109 t/m 110.
  • Klaar?: Samenvatting maken van H3.1 Lichtbreking.
timer
15:00

Slide 16 - Slide

Waarvan is de tekening een voorbeeld
A
Lichtbreking
B
Lichtbuiging
C
Licht verplaatsing

Slide 17 - Quiz

Als licht van lucht naar perspex beweegt, dan buigt het licht...
A
... naar de normaal
B
... weg van de normaal

Slide 18 - Quiz

Wat gebeurt als licht loodrecht op een glasoppervlakte valt?
A
Licht buigt naar normaal
B
Licht buigt weg van normaal
C
Licht buigt niet

Slide 19 - Quiz

Hoe heet het punt waar lichtstralen bij elkaar komen als ze door een vergrootglas bewegen?
A
focus
B
brandpunt
C
brandpuntafstand

Slide 20 - Quiz

Afkorting voor brandpunt
A
f
B
F
C
b
D
B

Slide 21 - Quiz

Als de brandpunt afstand groot is, betekent het dat...
A
... het een sterke lens is
B
... het een zwakke lens is

Slide 22 - Quiz

Leerdoelen
  • Je leert berekeningen maken met de wet van Snellius.
  • Je leert wat de grenshoek is.

Slide 23 - Slide

Spiegelende terugkaatsing

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Breking van een lichtstraal

Slide 26 - Slide

Wet van Snellius
sin(r)sin(i)=n1n2
stof 1
stof 2

Slide 27 - Slide

Brekingsindex
tabel 18 van BINAS

Slide 28 - Slide

Grenshoek

Slide 29 - Slide

Samenvatting
Lichtbreking - Licht verandert van richting
lucht naar glas - breekt naar normaal
glas naar lucht - breekt weg van normaal

brandpunt (F)
brandpuntafstand (f)

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Nut van het lesdoel
Begrijpen waarom dingen soms anders zijn dan je ze ziet.

Je practicum beter kunnen uitvoeren.

Belangrijk voor je toets om te kunnen tekenen en verklaren hoe het licht breekt.

Slide 32 - Slide

Controle van begrip
1a  Teken een lichtstraal die op een stuk glas valt waarvan de hoek van inval  60° is.

1b Teken hoe de lichtstraal verder zou kunnen gaan door het glas.



Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Controle van begrip
2 a Een lichtstraal gaat van een vis onder water naar jouw oog. Teken deze situatie.


2b Leg uit waar je de vis ziet en waar hij in het echt zit.
Een reiger kijkt naar een vis die in het water zwemt (zie de figuur). Van een lichtstraal die van de vis afkomstig is, is slechts het gedeelte boven water getekend.

a)Waar ziet de reiger de vis:
 bij A, B of C?

b) Waar zit de vis echt ?

Slide 36 - Slide

Controle van begrip
4 a Teken de twee normalen.
b Teken hoe de 
lichtstraal zou
kunnnen invallen en 
verder gaan.

Slide 37 - Slide